Melkproductie boven 10.624 kilo voorlopig niet ‘bestraft’
Dat laat zij weten per Kamerbrief. Het betekent overigens niet dat de melkveehouders in de toekomst niet alsnog extra fosfaatrechten moeten kopen. „Ik wil eerst onderzoeken of naast uitstel aanvullende overgangsmaatregelen nodig zijn”, aldus Schouten.
Eerst onder sectorplafond komen
De nieuwe excretienormen zijn voor het gros van de melkveehouders gunstiger dan de huidige. Toch is het nog niet zeker dat Schouten in 2020 daadwerkelijk met de nieuwe normen aan de slag gaat. „Ik zal de actualisering van de excretieforfaits voor melkvee pas doorvoeren als het aantal rechten zich onder het sectorplafond bevindt”, schrijft ze in de Kamerbrief. „Pas op dat moment is geborgd dat de actualisering er niet toe zal leiden dat de fosfaatproductie het sectorplafond overschrijdt. Om het aantal rechten onder het plafond te brengen, is onlangs het afromingspercentage bij overdracht van fosfaatrechten verhoogd. Omdat de meeste handel in fosfaatrechten pas aan het eind van het jaar plaatsvindt, is naar verwachting ook pas aan het eind van het jaar duidelijk of het aantal rechten onder het plafond komt. Dit betekent dat ik uw Kamer ook pas op dat moment kan informeren of de actualisering van de excretieforfaits voor melkvee per 1 januari aanstaande in werking zal treden.”
Geen uitzondering voor biologische melkveehouders
Ook voor biologische melkveehouders en zelfzuivelaars hebben de nieuwe normen een nadelig gevolg. Tot nu toe rekenen biologische melkveehouders met een vaste forfaitaire stikstofexcretie, maar volgens Schouten is dat onterecht. Ook biologische koeien stoten immers meer stikstof uit bij een hogere productie en/of een hoger ureumgehalte in de melk. Voor zelfzuivelaars die meer dan 50 procent van hun melk zelf verwerken, werd tot dit jaar gerekend met een gemiddelde melkproductie en een gemiddeld ureumgehalte. Die melkproductie wordt nu geactualiseerd en daardoor verhoogd van 7.500 kg naar 8.447 kg. Dat heeft grote gevolgen voor deze groep boeren, omdat ook zij nu extra fosfaatrechten dienen te kopen. Na de internetconsultatie heeft Schouten ook voor deze twee groepen besloten de wijzigingen voorlopig niet door te voeren. Bovendien wil de minister voor zelfzuivelaars werken aan de mogelijkheid om te rekenen met de daadwerkelijk gerealiseerde productie per melkkoe: „Ik wil met de groep zelfzuivelaars tot afspraken komen over de manier waarop zij de data over hun melkproductie kunnen aanleveren bij RVO.nl. Tot die tijd blijft de vastgestelde gemiddelde melkproductie waarvan bij de zelfzuivelaarsregeling wordt uitgegaan ongewijzigd.”
Weidekoe-voorstel geschrapt
Om te voorkomen dat melkveehouders koeien blijven melken, die op papier als weidekoe staan geregistreerd, wilde Schouten dat melkkoeien pas 12 maanden na de laatste keer afkalven als weidekoe konden worden geregistreerd. Dat voorstel stuitte op flink wat bezwaren. De laatste lactatie is immers regelmatig korter dan 12 maanden. Dat kan ertoe leiden dat boeren ervoor kiezen om melkkoeien die al voor het einde van de termijn van 12 maanden geen melk meer geven, direct af laten voeren voor de slacht, zonder deze af te mesten. De kwaliteit van deze slachtdieren is veel lager. Dat is volgens Schouten genoeg reden om het voorstel te schrappen.