De bedrijfsspecifieke derogatienorm, ofwel de bedrijfseigen stikstofnorm (BES), levert voor een aantal bedrijven meer plaatsingsruimte voor drijfmest en kunstmest op. Maar er zijn ook bedrijven die juist minder mest mogen uitrijden.

De natte periode in het voorjaar en de relatief late drijfmestgift op een aantal bedrijven, zorgt hier en daar voor een krappe kalivoorziening. Daarvoor waarschuwt ABZ Diervoeding.

Het type gras is van invloed op de draagkracht van de zode. Diploïde rassen Engels raaigras geven een betere draagkracht en minder insporing dan tetraploïde rassen. Opvallend genoeg heeft dit niet met de dichtheid van de zode te maken.

Het bemesten van stikstof op een gemaaid perceel kan gemiddeld 6 tot 7 dagen worden uitgesteld zonder negatieve gevolgen voor de totale drogestof- en eiwitopbrengst in het seizoen.

Hans Janssen uit Groesbeek (GD) was in 2012 de eerste winnaar van de Topkuilcompetitie. De veehouder volgt het project nog steeds op de voet.

Het viel al snel op; finalisten van Topkuil deelden vaak de kunstmestgift en lieten zien dat het effect had op het ruw eiwitgehalte in de kuil. Voor ruwvoerspecialist Gerard Abbink is dit een mooi voorbeeld van hoe veehouders van elkaar kunnen leren.

Drijfmest staat ter discussie. Piet Riemersma en Wim Jaspers van Beter Ruwvoer zien echter kansen om de drijfmest dusdanig te verbeteren dat het zich veel natuurlijker gaat gedragen op de bodem en de plant.