De neerslagkansen zijn klein voor de komende weken. De temperaturen lijken wat te gaan dalen tot onder gemiddelde waarden van de tijd van het jaar. Daarom blijft echt groeizaam weer voorlopig uit.

De voorraad plantbeschikbare nutriënten in de bodem is zeer laag, een gevolg van de natte, relatief warme winter. Boeren moeten meten wat de nutriëntenstand is, zodat ze hun bemesting daar op kunnen aanpassen.

Het is uitzonderlijk nat. Veel veehouders hebben niet of nauwelijks mest uit kunnen rijden. Deze week blijft nog wisselvallig. Vanaf volgende week lijkt het stabieler weer te worden.

Het is nog steeds erg nat op het land. Sommige veehouders kunnen op een droge dag toch wat mest kwijt op hoge percelen. Dit zijn vaak ook percelen waar het eerst geweid wordt. Het advies is om de drijfmest met veel water aan te lengen.

Het is even gebeurd met het drijfmest uitrijden. Zelfs op hoge zandgronden in Noord-Brabant ligt het werk stil. Ook twee loonwerkers in het noorden van het land, die sleepslangcombinatie voorzien hebben van rupsbanden, kunnen het land niet op.

Wat als het grasland er klaar voor is maar de omstandigheden dit nog niet toelaten om drijfmest te rijden? Rust bewaren. Echt voorjaarsweer is nog niet in zicht.

Door de extreem zachte winter liggen de bodemtemperaturen op bovengemiddelde waarden in vergelijking met het langjarig gemiddelde. Zodra de bodem het toelaat kan vanaf 15 februari de drijfmest erop. De kunstmestgift mag nog even wachten.

Smalle weegbree remt de uitstoot van nitraat naar lachgas (N2O), een zeer sterk broeikasgas. Dit blijkt uit onderzoek van het Louis Bolk Instituut op KTC Zegveld.

Het najaarsgras is over het algemeen vrij nat ingekuild. Dit gaat ten koste van de stabiliteit van de kuil. Om de kwaliteit te behouden, is het advies om deze kuilen zo snel mogelijk op te voeren.

Een goed bodemleven is cruciaal om de voedingsstoffen in drijfmest optimaal te benutten. Maar hoe beoordeel je de bodem en wat kunnen veehouders doen bij een verdichte bodem?