Commissie Deskundigen Meststoffenwet: schaf de nitraatnorm van 170 kilo per hectare af
De CDM heeft dat advies gegeven bij een consultatieronde over de derogatie. In plaats van een platte norm zou een norm voor gebalanceerde stikstofbemesting moeten worden gehanteerd, afhankelijk van het gewas en de bodem. „Op grasland kun je meer geven, bij bepaalde groentegewassen minder”, lichtte Velthof toe. Waarom de Europese Commissie het advies niet heeft meegenomen in de derogatiebeschikking, vertelde hij niet.
De Tweede Kamer had de CDM uitgenodigd om een toelichting te geven op de ontwikkelingen in het mestbeleid. Stilletjes hoopten de Kamerleden iets te horen van een uitweg uit de mestcrisis, maar die antwoorden kregen ze niet. Er zijn maar weinig knoppen waaraan gedraaid kan worden, liet Velthof zien, en allemaal hebben ze nadelen.
Mestplaatsingsruimte beperkt
Op akkerbouwbedrijven is nog ruimte om mest te plaatsen, vertelde hij. De stikstofgebruiksnorm in de akkerbouw is hoger dan de geplaatste dierlijke mest. Akkerbouwers hebben echter goede redenen om kunstmest te gebruiken: het kan bijvoorbeeld invloed hebben op de kwaliteit van het gewas, of ze moeten stikstof toedienen in een periode waarin geen mest kan worden uitgereden. Daarnaast bevat mest ook fosfaat, en er zit ook een grens aan het toedienen daarvan.
Renure en andere vormen van mestverwerking kunnen een deel van de oplossing zijn, stelde Velthof, maar niet op de korte termijn. Grote mestverwerkingsinstallaties moeten nog worden gebouwd, er moet meer capaciteit komen (meer vrachtwagens) voor mesttransporten. Verwerking op het boerenbedrijf kan ook niet onmiddellijk: boeren moeten voor die handeling expertise en kennis aanleren. Het capaciteitsprobleem speelt ook bij export: daarvoor moet je voldoende vrachtwagens hebben en voldoende capaciteit om mest te hygiëniseren.
Velthof opperde nog de mogelijkheid van verwerking van het stikstofoverschot door een proces van nitrificatie/denitrificatie, maar dat is enkel een noodoplossing, zei hij: je jaagt dan stikstof gewoon de lucht in. „En als we dit gaan doen, moeten we het ook nog eens over kringlooplandbouw hebben.”
Verlaging mestproductie
Het vinden van mestplaatsingsruimte is dus moeilijk. De andere optie zou een verlaging van de mestproductie zijn. Dat moet toch gaan gebeuren, omdat de mestplafonds volgend jaar verlaagd worden. De stikstof- en fosfaatproductie zaten vorig jaar zo'n 6 procent boven de vanaf 2025 geldende normen. Zo’n verlaging van de mestproductie kan via het voerspoor of via een krimp van de veestapel, vertelde Velthof: andere mogelijkheden zijn er niet. De mogelijkheden om via het voerspoor oplossingen te vinden verschillen per sector. De pluimveesector biedt daarvoor weinig perspectief, in de melkvee kan het ruw eiwitgehalte in het voer verlaagd worden, wat de stikstofproductie omlaag brengt, maar voor het verlagen van de fosforexcretie zijn er minder mogelijkheden. In de varkenssector zijn die er meer, stelde Velthof.
Doelsturing, uitspoeling en een graslandnorm
Naast de excretieplafonds is ook een goede waterkwaliteit een norm die Nederland moet halen, stelde Eline Vedder (CDA), en ze vroeg of dat laatste niet beter bereikt kon worden als de boer daar zelf voor verantwoordelijk wordt gemaakt, via bijvoorbeeld een afrekenbare stoffenbalans, dan wanneer de overheid maatregelen oplegt. Velthof was kritisch. Het kan, zei hij, doelsturing heeft als voordeel dat de boer de cijfers krijgt en dan ziet waarop hij maatregelen moet nemen. Het betekent echter ook meer administratie, zeker bij het berekenen van een stikstofbodemoverschot, en uiteindelijk zal de boer toch dezelfde maatregelen moeten nemen als wat nu verplicht is: bufferstroken, vanggewassen, minder bemesten. „Doelsturing betekent niet dat de maatregelen anders zullen zijn. Wat zijn bovendien de voordelen van doelsturing als je toch hetzelfde moet doen?”
Thom van Campen (VVD) wilde weten of het klopt dat dierlijke mest minder uitspoeling heeft dan kunstmest. Volgens Velthof was dat niet zo. Bij melkveehouders die minder dierlijke mest en meer kunstmest aanwendden, bleek in onderzoeken dat dat niet had geleid tot minder uitspoeling.
Ines Kostić (PvdD) wilde weten of een graslandnorm helpt. In principe wel, zei Velthof. Het risico is nu dat grasland, dat veel stikstof kan opnemen, wordt omgezet naar bouwland, dat meer uitspoelingsgevoelig is. Een graslandnorm kan ervoor zorgen dat boeren hun grasland niet omzetten. Het levert echter problemen op voor bedrijven die nu niet aan die norm voldoen; die zullen grasland bij moeten kopen, huren of pachten.