Kandidaat-Europarlementariërs verdeeld over kansen derogatieverlenging
Bart Millenaar (VVD) wees erop dat de nitraatrichtlijn verouderd was, en aan herziening toe is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het kunstmatige verschil dat nog steeds gemaakt wordt tussen dierlijke mest en kunstmest, waarbij het ene product wel gebruikt kan worden en het andere niet.
Sander Smit (BBB) noemde het onbestaanbaar dat de derogatie zou verdwijnen, en vond dat Nederland opnieuw naar Brussel moest gaan, en daar ook bij de Commissie de rapporten over de waterkwaliteit onder derogatiebedrijven onder de aandacht moest brengen. Bert-Jan Ruissen (SGP, en huidig Europarlementslid) zag het gevaar dat de Nederlandse melkveehouderij grotendeels weggesaneerd zou worden, net zoals wat al gebeurd is met de vissersvloot, en vond dat alles uit de kast moet worden gehaald om dat te voorkomen. Hij wees op de juridische mogelijkheid om een deel van Nederland te kenmerken als ‘niet-kwetsbaar gebied’, waar de Nitraatrichtlijn-limiet van 170 kilogram stikstof per hectare niet geldt.
Die argumenten wekten de ergernis op van oud-LTO-lobbyist Iris Bouwers. „Ik ben er klaar mee dat melkveehouders wordt verteld als we maar met de vuist op tafel slaan in Brussel, dat de derogatie wel terugkomt“, zei ze. „Het zijn de Nederlandse overheid en politici die een oplossing moeten vinden.“ Misschien is de derogatie terug te halen, dacht ze, maar dan enkel als Nederland daar iets tegenover stelt, zoals een extensivering.
CU-Kamerlid Pieter Grinwis, die een ziek kandidaatslid verving, zag dat ook. „Alleen maar ‘Boe!’ zeggen tegen het plan van minister Adema en dan hopen dat de derogatie terugkomt, gaat niet werken“, stelde hij. Hij hoopte ook dat de Europese Commissie uitstel wilde verlenen, „maar er is een verschil tussen wat ik hoop en de werkelijkheid.“
Gerben-Jan Gerbrandy, oud-Europarlementslid voor D66 en nu weer kandidaat, merkte op dat het tien jaar geleden al duidelijk was dat de derogatie zou verdwijnen. „De Nederlandse overheid heeft te lang op zijn handen gezeten.“ Ook hij dacht dat Nederland enkel een kans heeft als ze ook iets wil brengen. „Als de overheid nu naar Brussel gaat met een langetermijnvisie over duurzame landbouw, dan heb je misschien kans om ook iets te krijgen uit Brussel.“
Dat zag Smit dan weer niet zitten. „De crisis is nu. De oplossing moet nu komen. Er is geen tijd om een duurzame visie op te stellen.“