Subsidie behoud graslandareaal stijgt mee met de mestafzetkosten
De subsidie gericht op het behoud van het graslandareaal is in het leven geroepen om derogatiebedrijven financieel te ondersteunen. Deze subsidie is een tegemoetkoming in de extra kosten die derogatiedeelnemers moeten maken vanwege de afbouw van de derogatie. Deze subsidie ondersteunt met name extensievere melkveebedrijven in hun transitie naar een meer grondgebonden melkveehouderij, aldus de minister in zijn plan van aanpak.
Afzetkosten verdrievoudigd
Het uiteindelijk doel van de subsidieregeling is het areaal grasland van deze bedrijven te behouden, opdat de waterkwaliteit in Nederland niet achteruitgaat. Deze regeling is in 2023 voor het eerst opengesteld en zal ook in 2024 en 2025 doorlopen. Bij het vaststellen van de hoogte van de forfaitaire vergoeding is destijds gerekend met de mestafzetkosten van september 2022. Alle ontwikkelingen binnen het mestdossier zetten de mestmarkt onder druk en zorgen voor een flinke stijging van de mestafzetkosten. Deze kosten liggen inmiddels drie keer hoger dan het bedrag waarmee bij de totstandkoming van de regeling gerekend is. Om bedrijven maximaal te ondersteunen bij de afbouw van de derogatienormen en om te voorkomen dat grasland op deze bedrijven alsnog omgezet wordt in bouwland voor de teelt van uitspoelingsgevoelige gewassen, is de minister zijn voornemen om in 2024 en 2025 het subsidiebedrag te verhogen. In 2024 en 2025 kunnen boeren rekenen op een vergoeding van 50 euro per 10 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare terugval in de mestplaatsingsruimte. In 2023 gold een vergoeding van 20 euro.
Budget vergroot
Voor de regeling tot het behoud van het graslandareaal heeft het kabinet eerder maximaal 130 miljoen euro beschikbaar gesteld. Hierbij werd uitgegaan van een forfaitaire vergoeding van 20 euro per 10 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare terugval in de mestplaatsingsruimte. Voor de ophoging van het subsidiebedrag naar 50 euro stelt het kabinet maximaal 80 miljoen euro extra beschikbaar.
Deze graslandsubsidie valt binnen de landbouw de-minimisverordening. Dat betekent dat een individuele landbouwer over de jaren 2023, 2024 en 2025 maximaal 20.000 euro aan de-minimissteun mag ontvangen. Bij een verhoging van het subsidiebedrag zullen meer ondernemers tegen de maximale bovengrens aan lopen.
Biedt het GLB nog verlichting?
Tenslotte onderzoekt minister Adema de mogelijkheden om bedrijven met graasdieren en een groot areaal grasland, die voorheen gebruik maakten van de derogatie, financieel te ondersteunen via het GLB. Deze extra ondersteuning zou een bijdrage kunnen leveren aan het behoud van het graslandareaal, en daarmee een positieve bijdrage kunnen leveren aan het in stand houden of verbeteren van de waterkwaliteit en de biodiversiteit op bedrijven.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Ministerie van LNV