Minister Adema wil melkveesector ondersteunen bij efficiënt voeren: 'Generieke korting voorkomen'
‘In het kader van de structurele aanpak stikstof is met de melkveesector afgesproken dat het ruw eiwitgehalte in het melkveerantsoen in 2025 sectorgemiddeld 160 gram per kilo droge stof moet zijn. Dit voerspoor zal door de sector zelf moeten worden gerealiseerd, waarbij het Rijk waar mogelijk zal helpen en ondersteunen’, gaat Adema verder.
Generieke korting voorkomen
Hij gaat de melkveesector ondersteunen in het halen van dit doel. ‘Daarbij wil ik afspraken maken met de melkvee- en veevoersector over de private borging van dit voerspoor via een gecertificeerd systeem. Het doel is om een generieke korting op productierechten te voorkomen.’
Adema schrijft: ‘Mocht begin 2026 blijken dat de mestproductie door de beëindigingsregelingen, het voerspoor en de (verhoogde) afroming bij overdracht onvoldoende is om onder het mestproductieplafond van 2025 te komen, kan een generieke korting vanwege overschrijding van het mestproductieplafond nodig zijn. Een dergelijke generieke korting (per 1 januari 2027) kan er echter alleen op gericht zijn om de mestproductie onder het mestproductieplafond uit de derogatiebeschikking te brengen. De betreffende verlaging van de mestproductie tot het mestproductieplafond van 2025 zal echter onvoldoende zijn om de mestmarkt in balans te brengen.’
Andere maatregelen
Adema gaat daarom ook het afromingspercentage van fosfaatrechten van 10 naar 30 procent brengen. Andere maatregel is een subsidie voor blijvend grasland, een graslandnorm. Er komt een brede beëindigingsregeling, zoals eerder uitgelekt en ook denkt Adema dat de Lbv-plusregeling verlichting brengt op de mestmarkt. ‘Hoeveel verlichting is echter niet in te schatten.’
Ook wordt gewerkt aan het mogelijk maken van Renure en gaat de overheid strenger handhaven op boeren die toch te veel mest uitrijden.