Maximaliseer je melkproductie met een effectieve graslandstrategie
Hoe haal je meer melk uit ruwvoer?
Een goede zodesamenstelling is de basis
In grasland is het vaak lastig om een inschatting te maken van de opbrengst en kwaliteit. Meestal wordt na het inkuilen pas duidelijk hoeveel gras er van een perceel af is gekomen. Hierin speelt het plantenbestand in het veld een belangrijke rol. Er zit namelijk veel verschil in opbrengst en voederwaarde tussen diverse grassoorten. Een aandeel ruwbeemd en/of straatgras in de zode heeft direct een negatief effect op de opbrengst. De drogestof opbrengst van ruwbeemd is slechts 40% ten opzichte van Engels raaigras. De opbrengst van straatgras is zelfs nog lager. Er moet een balans zijn tussen kwaliteit en opbrengst. Want wat heb je nu aan grasland met een hoge kwaliteit en lage opbrengst, en vice versa?
“Een aandeel ruwbeemd en/of straatgras in de zode heeft direct een negatief effect op de opbrengst.”
Het plantenbestand verandert in de loop van de tijd
Het is belangrijk om te weten dat de samenstelling van de zode in de loop van de tijd verandert door de weersomstandigheden, betreding, bemesting, maaien, enzovoorts. Uit proeven blijkt bijvoorbeeld dat er in een regelmatig gebruikt rijspoor twee keer zo veel ruwbeemd te vinden is als daarbuiten. Daarom is het aan te raden om in het voorjaar een ronde te doen door de graspercelen om deze te beoordelen. Aan de hand hiervan kan bepaald worden of er acties ondernomen moeten worden.
Enkele tips voor het beoordelen van je grasland:
- Loop in een ‘W-vorm’ door het veld
Zo scant je eenvoudig het volledige perceel en kan je steekproefsgewijs het perceel in kaart brengen. - Beoordeel de dichtheid van de zode
Op open plekken krijgen onkruid en onkruidgrassen de kans om zich te vestigen en verhogen de kans op ruw as in de kuil. - Hoeveel en welke onkruiden zie je?
In het voorjaar is de onkruiddruk het hoogste. Sommige onkruiden verdwijnen na het maaien van de eerste snede. Bij andere onkruiden kan het noodzakelijk zijn gewasbescherming uit te voeren - Hoeveel en welke ongewenste grassen zie je?
Dit is vaak wat lastiger te beoordelen, omdat sommige ongewenste grassen lijken op goede voedergrassen. Blinkt de onderkant van het blad en heeft de plant een paarse voet? Dan is het goed! Wanneer de plant eenvoudig uit de zode getrokken kan worden en een witte voet heeft is de kans groot dat dit straatgras of ruwbeemd is.
Opfrisbeurt voor je grasland
Wiedeggen is een eenvoudige manier om het grasland een opfrisbeurt te geven. Met een wiedeg krab je de ondiep wortelende onkruidgrassen uit de zode. Hierdoor ontstaat er ruimte voor nieuw gras om zich te ontwikkelen. Daarnaast zorgt wiedeggen ervoor dat afgestorven plantenresten worden verpulverd en er lucht in de bodem wordt gebracht. Op deze manier wordt de groei van de bestaande zode gestimuleerd. Verwacht je na het wiedeggen veel open plekken door een hoog aandeel straatgras en/of ruwbeemd? Kies er dan voor om ook direct de grasmat door te zaaien.
Wanneer doorzaaien?
Wanneer meer dan 15% van het grasland bestaat uit ruwbeemd en straatgras en/of open plekken is het advies om door te zaaien. Kies bij doorzaaien voor een mengsel met een hoog aandeel tetraploïd Engels raaigras. Deze grassoort ontwikkelt snel en kan zich goed vestigen in de bestaande zode.
- Maaipercelen -> COUNTRY MilkMore 14. Dit mengsel bestaat uit 100% tetraploïd Engels raaigras met zeer hoge voederwaarde.
- Beweidingspercelen -> COUNTRY Super Maai&Weide. Een combinatie van tetraploïd en diploïd Engels raaigras voor een goede concurrentiekracht en dichte zode.