Column: Weidevogelbeheer verbindt boer en burger, wees er zuinig op
Aan die start van het seizoen gaat heel wat werk vooraf. Weidevogelbescherming is echt teamwork tussen vrijwilligers en boeren. Met de boeren in het weidevogelgebied wordt in het najaar bekeken hoe een zo goed mogelijk mozaïek gemaakt kan worden waarin de weidevogels een goede broedplek vinden. De maaidata worden afgestemd zodat er voldoende voedsel voor de kuikens is en beschutting tegen predatoren. De veldkennis van de vrijwilligers is hierbij onmisbaar.
Aanwas
Elk jaar organiseren we met Collectief Rivierenland (agrarisch natuurbeheer, Vreugdenhil is de regiocoördinator, red.) een weidevogelcursus voor nieuwe vrijwilligers. In een tijd dat iedereen een beroep doet op vrijwilligers is het voor ons ook maar weer afwachten of we voldoende aanwas kunnen krijgen. Met advertenties in de lokale kranten, flyers bij supermarkten en mond-op-mondreclame proberen we zoveel mogelijk mensen te bereiken. We leren ze in de cursus over het gedrag van de weidevogels, de werkzaamheden van de boer en hoe de weidevogel ervan profiteert als we de werkzaamheden goed op elkaar afstemmen. Eigenlijk een lesje boer-burger verbinding.
Als je dan op de eerste weidevogelcursusdag een volle zaal ziet met 34 nieuwe vrijwilligers die staan te popelen om zich samen met de boeren in te zetten voor de weidevogelbescherming word je wel even stil. Met onze 300 bestaande weidevogelvrijwilligers in Rivierenland zullen ze de komende tijd elke week het veld in gaan, monitoren ze de broedresultaten en helpen ze mee met de bescherming van de nesten en de kuikens als er werkzaamheden op het land plaatsvinden.
Groenbemester
Ik probeer geregeld met een van onze weidevogelgroepen een ochtend mee te lopen. Ik wil graag hun ervaringen horen, zodat wij er ook van kunnen leren. Dan zie je dat vrijwilligers vanuit de praktijk met dezelfde vragen rondlopen als de boer. 'Waarom mag die boer niet net wat eerder maaien als er geen kuikens meer zijn?' Of: 'Die groenbemester op de maisstoppel is toch heel slecht voor de kievit die daar graag wil gaan broeden?'
Ik word wel blij van die vragen, die laten zien dat door het weidevogelbeheer boeren en vrijwilligers elkaar meer en meer begrijpen. Wat lastiger is het als ik dan moet uitleggen dat we een boete krijgen als we al eerder toestemming geven om te maaien, zelfs als het beter is voor de weidevogels. Dat de boer verplicht is om de groenbemester tot 1 maart op het land te laten, ook al gaat de kievit daar dan niet meer broeden.
Ruimte
We moeten zuinig zijn op de unieke samenwerking tussen boer en vrijwilliger. Wat zou het dan ook krachtig zijn als de overheid ons niet vastgegespt in allerlei regeltjes en voorgeschreven data, maar dat er meer ruimte komt om vanuit de landbouwpraktijk én het belang van de weidevogels maatwerk te kunnen leveren. Dat vertrouwen zijn boer en vrijwilliger waard.
Dit jaar werd het eerste kievitsei gevonden in Rivierenland. Op 2 maart vond Wil Schotanus het op een bouwlandperceel in Beuningen. Voor Wil een bekroning op zijn vrijwilligerswerk. Ik kijk nu al uit naar het moment dat onze 34 nieuwe vrijwilligers voor het eerst het veld in gaan. De opwinding bij het vinden van hun eerste nestje zal onvergetelijk zijn. Voor hen zal dat hetzelfde gevoel geven als het vinden van het eerste ei, en ik weet zeker dat de boer dan ook trots is. Wees zuinig op die samenwerking!
Hermen Vreugdenhil
Hermen Vreugdenhil is voormalig Statenlid in Brabant en nu directeur van Collectief Rivierenland, de coöperatie die in het Gelderse Rivierengebied het agrarisch natuur- en landschapsbeheer uitvoert.
Tekst: Hermen Vreugdenhil
Beeld: Ellen Meinen