Kabinet wil verbod op individuele huisvesting van jonge kalveren vanaf 2026

Het toewerken naar een dierwaardige veehouderij is verplicht, want zowel de Tweede als Eerste Kamer namen in 2021 een wetswijziging aan van de Partij voor de Dieren (PvdD) die stelt dat elk huisvestingssysteem aangepast moet worden aan het dier, en niet andersom. Dit amemendement treedt op 1 juli 2024 in werking en is onuitvoerbaar voor veehouders en niet handhaafbaar voor de instanties, omdat er niet aangegeven wordt waaraan de huisvestingssystemen moeten voldoen.
Het demissionaire kabinet is daarom gestart met gesprekken over een dierwaardige veehouderij om invulling te geven aan het amendement van de Partij voor de Dieren. Hiervoor worden de zes leidende principes van de Raad voor Dieraangelegeheden gehanteerd, waarbinnen dieren hun gedragsbehoeften kunnen uitoefenen en fysieke ingrepen die plaatsvinden vanwege de wijze van houden niet meer worden toegepast.
Aanpak in twee fases
Om te komen tot een dierwaardige veehouderij en een alternatief voor het amendement van de PvdD te bieden, kiest het demissionaire kabinet voor een stapgswijze aanpak. Allereerst moeten melkveehouders voor 2026 maatregelen treffen die volgens de minister 'zonder grote financiële gevolgen' genomen kunnen worden.
Voor de melkveesector (zie kader voor alle maatregelen) gaat het dan onder andere om permanente toegang tot schoon drinkwater en de mogelijkheid om in de stal dieren te kunnen afzonderen bij het afkalven.
Lees verder onder het kader
Maatregelen voor op de korte termijn
• Er is per 2026 de mogelijkheid in de stal om dieren te kunnen afzonderen bij afkalven (minimaal visueel contact met koppel) en ziekte;
• Verbod per 2026 op individuele huisvesting van kalveren vanaf de leeftijd van 7 dagen;
• Koeien hebben per 2026 permanente toegang tot schoon drinkwater, zowel in de stal als in de weide;
• Er is per 2026 onbeperkte toegang tot ruwvoer van goede kwaliteit, passend bij de leeftijd en het lactatiestadium van de koe;
• Koeien hebben per 2026 de mogelijkheid tot vachtverzorging, bijvoorbeeld door beschikbaarheid van voldoende koeborstels;
• Per 2026 wordt langdurige pijnstilling bij onthoornen en castratie verplicht;
• Kalveren krijgen per 2026 minimaal de eerste 6 weken melk via een speen;
• Er geldt per 2026 een verbod op de nieuwbouw van aanbindstallen.
Alle vier veehouderijsectoren:
• Elke melkvee-, kalver-, leghennen-, vleeskuiken- en varkenshouder heeft per 2026 een klimaatadaptatieplan als onderdeel van het gezondheidsplan, dat onder meer maatregelen bevat om het stalklimaat te verbeteren en om hitte- en koudestress te voorkomen;
• Per 2028 wordt een eerste stap gezet om specifieke maximumnormen voor gasconcentraties op te nemen in de koeien-, kalver-, leghennen-, vleeskuiken- en varkensstal;
• Aanscherpen regels voor daglicht in de stallen bij nieuwbouw.
Maatregelen lange termijn
Naast de maatregelen die zonder grote financiële gevolgen kunnen nomen, heeft Adema een aanvullend pakket opgesteld dat uit meer stappen bestaat. Dit moet tot 2040 vorm krijgen. Voor de melkveesector gaat het dan om meer ruimte per dier in de stal en weidegang voor alle koeien als de omvang van de huiskavel dat toestaat.
Ook moeten koeien leven in stabiele groepen en worden de kalveren bij de koe gehouden. Individuele huisvesting is dan dus verleden tijd. Ook het onthoornen moet dan niet meer nodig zijn.
Financiële gevolgen
De minister heeft deze tweede set aan maatregelen laten doorrekenen door Connecting Agri & Food (CAF) en Wageningen Economic Research (WUR). Daaruit blijkt dat de financiële gevolgen voor veehouders van deze set maatregelen aanzienlijk zijn. Het gaat dan zowel over de inkomensgevolgen voor de veehouders op de middellange termijn, als om de concurrentiepositie en het gelijke speelveld in de Europese Unie.
Voor de melkveehouderij leiden de voorgestelde maatregelen inclusief een verbod op individuele huisvesting van kalveren vanaf 7 dagen naar verwachting tot een totale investeringsbehoefte van 164 miljoen euro, indien de aanpassingen binnen de muren plaats moeten vinden. Als aanpassingen ook (deels) buiten de stamuren moeten plaatsvinden, loopt dit bedrag op tot 546 miljoen euro.
De totale berekende afname van het inkomen over alle melkveebedrijven bedraagt respectievelijk 296 miljoen euro voor aanpassingen binnen de bestaande stalcapaciteit, dan wel aanpassingen binnen en deels ook buiten de muren. Bij een verbod op individuele huisvesting van kalveren vanaf 0 (in plaats van 7) dagen is de totale inkomensafname gelijk aan 63 miljoen euro.
Omdat de lange termijnsmaatregelen grote financiële effecten hebben, laat Adema een besluit hierover aan het nieuwe kabinet. Adema zal wel voorstellen voorbereiden, zodat het nieuwe kabinet hiermee aan de slag kan.
Markt
Tegelijkertijd benadrukt de minister in zijn brief als veehouders omschakelen en maatregelen treffen, dat er ook flankerend beleid voor moet komen. Zo benoemt hij het belang van een goede afzetmarkt voor dierwaardige, duurzame producten van Nederlandse veehouders.
Supermarkten hebben tijdens het overleg over het Landbouwakkoord en het traject Dierwaardige Veehouderij gesproken over het opzetten van een duurzaamheidsstandaard waar dierenwelzijnseisen ook onderdeel van uitmaken. 'Ik vind de totstandkoming van een brede standaard met dierenwelzijnseisen in potentie een goed initiatief en volg dit met belangstelling en hoge verwachtingen. Het sluit aan bij de maatschappelijke rol die deze partijen kunnen en moeten nemen', aldus Adema.
Met betrekking tot de dierenwelzijnseisen die onderdeel kunnen gaan uitmaken van deze duurzaamheidsstandaard, ziet de minister een mechanisme voor zich waarbij dierenwelzijnseisen in de markt en in regelgeving zich in wisselwerking ontwikkelen. Met opname in de marktstandaard wordt tijdig marktvraag ontwikkeld voor producten die aan de normen voldoen, waarna deze normen in de regelgeving kunnen worden opgenomen.
Adema doet ook een oproep aan ketenpartijen. 'Nodig is dat markt- en ketenpartijen hun verantwoordelijkheid nemen. Dit soort aspecten zal een nieuw kabinet moeten betrekken in de keuze over de mate waarin het een voorloper wil zijn in Europa op het gebied van dierwaardigheid en de maatvoering en het infaseringspad voor aanvullende maatregelenpakketten dat daarbij past.'
Inwerkingtreding
Met de voorgestelde wetswijziging (nota van wijziging) wil Adema de Tweede en Eerste Kamer de mogelijkheid bieden om de doelstelling van het amendement-Vestering op een uitvoerbare en handhaafbare wijze vorm te geven. 'Mocht deze wetswijziging echter niet (tijdig) worden aangenomen, dan zal het amendement-Vestering op 1 juli 2024 in werking treden, waarbij ik van mening ben dat daarmee een onduidelijke juridische en onvoldoende handhaafbare en uitvoerbare situatie zal ontstaan', besluit Adema.
De Tweede Kamer debatteert aanstaande maandag 4 maart over dit voorstel.

Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Tweede Kamer