Convenant dierenwelzijn ligt klaar om getekend te worden, maar wil de politiek daaraan?
Om dierenwelzijn in de veehouderij fundamenteel te verbeteren zou je een heel ander uitgangspunt moeten nemen, stelde de Wageningse onderzoeker dierenwelzijn Fleur Hoorweg. Het huidige systeem is gericht op economische efficiëntie, en daarbinnen wordt gekeken hoe je die zo goed mogelijk kunt inrichten voor het dier. In de Tweede Kamer pleitte ze voor een andere aanpak, waarin het welzijn van het dier centraal staat en daarbij een verdienmodel wordt gezocht. Met het amendement-Vestering zou dat lukken, stelde ze.
„Maar zo een verschuiving van paradigma kun je niet maken zonder dat de overheid een heldere visie heeft hoe een dierwaardige veehouderij zich moet ontwikkelen", pareerde Elbert Roest, die afgelopen jaar de gesprekken over een Convenant dierwaardige veehouderij heeft geleid. „Daarvoor zijn financiële middelen nodig, vergunningverlening moet mogelijk zijn als er nieuwe stalsystemen moeten komen, er zijn fieldlabs nodig om te kijken of de aan tafel uitgewerkte ideeën in de praktijk werken, en meer."
Een convenant waarin al deze zaken zijn vastgelegd ligt klaar om getekend te worden, vertelde hij. Dat komt voort uit een overleg waarin boeren, ketenpartijen en dierenwelzijnsorganisaties hebben meegedaan, en wat dus gedragen wordt door het maatschappelijk middenveld. Het enige wat nog nodig is, is een handtekening van de overheid, zodat die zich aan het convenant committeert.
Stip
Niet iedereen was het echter met Roest eens. „Het convenant zet geen stip op de horizon", zei Sandra Beuving van de Dierencoalitie. „Het amendement van Vestering doet dat wel." Zij was bang dat zonder zo'n duidelijke stip de transitie naar een meer dierwaardige veehouderij zou verzanden in politieke compromissen.
Maar Gerard Bakker, hoofd van de NVWA, was juist bang dat het amendement tot onduidelijkheid zou leiden. Hij wees erop dat het amendement niet definieert wat wel onder dierwaardige veehouderij valt en wat niet. „Wij kunnen enkel doelmatig handhaven als de wet- en regelgeving uitvoerbaar is", stelde hij. „En daarom is het amendement-Vestering niet geschikt: de open formulering daarvan geeft onduidelijkheid voor veehouders en toezichthouders. De nota van wijziging geeft die wel."
Buikpijn
Jeannette van der Ven, portefeuillehouder Gezonde Dieren bij LTO Nederland, vertelde dat het amendement haar buikpijn gaf. „LTO is zeker niet tegen dierenwelzijn", vertelde ze. „We willen continu verbeteren, maar moeten wel de tijd krijgen om stappen te zetten." Zij heeft deelgenomen aan de wekelijkse vergaderingen over het convenant, vertelde ze. Daarin ging het niet over het doel, want dat was voor iedereen duidelijk, maar over de snelheid en randvoorwaarden om daar te komen.
Daarnaast is integraliteit nodig. Naast dierenwelzijn moet je ook kijken naar milieueisen, emissiereductie, volksgezondheid, klimaat en het verdienvermogen van de boer. Het amendement doet dat niet, stelde zij, en daarmee kun je geen evenwicht vinden tussen die zaken.
Ze waarschuwde ook dat het amendement tot stilstand zal leiden. Omdat daarin niet is omschreven wat dierenwelzijn is, zal de rechter zich daarover moeten uitspreken. Boeren zullen dan niet investeren in stalsystemen totdat die uitspraken er liggen.
Varkenshoudster Annechien ten Have wees op de rol van de markt. Met concepten als Beter Leven betalen ketenpartijen mee aan de benodigde investeringen voor beter dierenwelzijn. Als de overheid daarvoor echter regels aan gaat stellen, leunen die partijen achterover, want dan moet de boer het toch doen.
Wetgevingsjuristen
Kamerleden wilden weten of aan de ene kant de onduidelijkheid die in het Amendement-Vestering besloten ligt, opgeheven kan worden met een serie Algemene Maatregelen van Bestuur, en aan de andere kant of via een zelfde AMvB het convenant een duidelijke stip op de horizon mee kan krijgen. Voor het antwoord op die vraag hadden ze echter wel de verkeerde personen uitgenodigd. De gesprekspartners maakten duidelijk dat zij geen wetgevingsjuristen waren. „Maar het zou een goed idee zijn om het amendement te laten gelden totdat er daadwerkelijk een AMvB ligt die dat einddoel vastlegt", zei Beuving.