Minder ammoniak door meer gesloten kringloop
Dit artikel is verschenen op alfa.nl. Luister naar al onze podcasts over het stikstofdossier op Spotify.
“Wij willen toe naar een meer gesloten kringloop. Met minder input, zodat we minder afhankelijk zijn van andere partijen.” Dat zegt boerin Marjolein Feiken in de 9e stikstofpodcast van Alfa Accountants. Samen met haar man Wim van Tilburg heeft ze in het Groningse Siddeburen een melkveebedrijf met 135 koeien op een huiskavel van 78 ha aangevuld met 18 ha natuurland van Staatsbosbeheer. Als deelnemer aan het project Koe & Eiwit streven ze naar een ruweiwitgehalte (RE) van maximaal 155 gram RE per kilo drogestof in het rantsoen van het hele bedrijf. Samen met zoveel mogelijk weidegang, in de zomer zijn de koeien dag en nacht buiten, willen ze het zelf geproduceerde eiwit zo efficiënt mogelijk benutten om zo een bijdrage te leveren aan verlaging van de stikstofuitstoot.
Luister naar de podcast die bij dit artikel hoort.
‘Ambitieus en haalbaar’
Michel de Haan is als onderzoeker van Wageningen Livestock Research verbonden aan het project Koe & Eiwit. Hij legt uit dat minder eiwit zorgt voor minder stikstof in de mest en daarmee een lagere ammoniakemissie. Dat de lat binnen Koe & Eiwit op 155 RE ligt heeft te maken met de afspraak van de melkveehouderijsector met de overheid dat ze in 2025 zorgt voor een gemiddeld RE-gehalte van 160 RE. “Binnen de pilot leggen we de lat dus nog een beetje hoger vanuit de overtuiging dat een pilot met een ambitieuzer doel bijdraagt aan het halen van het sectordoel.”
Volgens De Haan is het vooral een kwestie van spelen met gehalten en hoeveelheden van de voedermiddelen die samen het rantsoen vormen. Feiken zegt dat je vooral scherp moet zijn op het RE-gehalte van krachtvoer en bijproducten die je aankoopt. “Je wordt snel in de verleiding gebracht eiwitrijke producten te kopen, maar wij zeggen daar stellig nee tegen.”
Sturen met mest
Een ander belangrijk sturingsmiddel is volgens de Groningse boerin de bemesting. “We voegen bij het uitrijden van de drijfmest water toe en rijden per keer minder uit voor meer spreiding. Verder gebruiken we minder kunstmest via lagere giften per keer.” Dus een betere benutting van de eigen mest en minder input van kunstmest. Daarnaast zijn Feiken en Van Tilburg fanatieke beweiders. “Omdat het kan, goed is voor de koeien en je het eigen gras zo goed mogelijk benut.” Ze erkent dat het daardoor in het weideseizoen lastiger is te sturen op RE, waarbij ze overigens vooral varen op het ureumgetal. Zeker in het voorjaar als het gras eiwitrijk is. De Haan: “Je moet als boer van tevoren nadenken; wil ik wel gras met 200 RE of liever 180 RE? Als je daar antwoord op hebt gegeven kun je dat via bemesting mede beïnvloeden.”
Sturen met eiwitmonitor
Michel de Haan erkent dat de Kringloopwijzer pas achteraf bepaalt wat het RE-gehalte van je totale rantsoen is geweest. Reden waarom er in het project wordt geëxperimenteerd met de eiwitmonitor. Een rekenprogramma die uniform berekent en weergeeft wat het RE-gehalte is van het totale rantsoen op een gegeven moment. Zodat je meteen bij kunt sturen indien nodig.
In de podcast wordt er ook gediscussieerd over de vraag in hoeverre werken aan een lagere ammoniakemissie via minder eiwit en meer weidegang beleidsmatig wordt erkend en gehonoreerd. De borging van deze managementmaatregelen via de Kringloopwijzer is voor de overheid ‘net geen overtuigend bewijs’, zegt De Haan. Toch ziet en merkt hij dat de overheid net als de sector toe wil groeien naar meer doelsturing in plaats van middelsturing. “Maar dat is best complex en vraagt nog om meer overleg tussen sector en overheid.”
Marjolein Feiken wacht die discussie niet af, overtuigd als zij en haar man zijn dat een bedrijfsvoering gericht op het steeds verder sluiten van de kringloop in alle opzichten – economisch, ecologisch en maatschappelijk – de juiste toekomstrichting is.
Lees over alle actualiteiten op onze speciale Stikstof-pagina. Luister je liever? Hier vindt je al onze podcasts over stikstof.
Tekst: Hans de Bie