Subsidies voor extensivering melkveehouders bij N2000-gebieden
Het primaire doel van deze regeling is om een extensieve vorm van melkveehouderij in samenwerkingsverband te stimuleren en de stikstofuitstoot te verminderen, aldus DLV Advies dat bij de subsidie-aanvraag kan helpen. Adriaan Dubbeldam, adviseur Mest & Mineralen: „De subsidieperiode van vier jaar is bedoeld voor melkveehouders die strategisch willen extensiveren of de overstap naar biologische landbouw overwegen. Ook voor de ondernemers die gefaseerd willen stoppen, kan de regeling interessant zijn. Deze subsidie maakt de overstap financieel aantrekkelijk.”
Samenwerkingsverbanden
Deze regeling richt zich op samenwerkingsverbanden waarin grondeigenaren en -gebruikers gezamenlijk maatregelen nemen om de doelen te bereiken. Het gaat om drie subsidiecategorieën met elk eigen voorwaarden en een eigen budget. De eerste subcategorie betreft het opzetten van een samenwerkingsverband of het opstellen van een gebiedsplan in veenweidegebieden of overgangsgebieden Natura 2000. De tweede is de uitrol van maatregelen in veenweidegebieden en de derde subcategorie de uitrol van maatregelen in overgangsgebieden Natura 2000.
Overgangsgebieden
Voor de uitrol van maatregelen in overgangsgebieden ontvangen de deelnemers een vergoeding voor de kosten die verband houden met de verlaging van de stikstofdierexcretie. Daarbij kan gekozen worden uit twee niveaus. Bij een daling tot 150 kilogram stikstofdierexcretie per hectare ontvangt de deelnemer een jaarlijkse vergoeding van 1.680 euro per hectare per bedrijf. Bij een daling tot 100 kilogram stikstofdierexcretie per hectare ontvangt de deelnemer een jaarlijkse vergoeding van 2.430 euro per hectare per bedrijf.
Andere activiteiten
Daarnaast wordt er subsidie gegeven voor vier andere activiteiten: het coördineren van de samenwerking en het opstellen van bedrijfsplannen; het begeleiden, uitvoeren en uitwerken van bedrijfsplannen; het uitvoeren van communicatie en het opstellen van rapportages.
Minimaal 50 procent
Voorwaarde is dat minimaal 50 procent van de deelnemende percelen binnen 2,5 km van een stikstofgevoelig Natura 2000-overgangsgebied moet liggen. Daarnaast moet minimaal 70 procent van de stikstofdierexcretie afkomstig zijn van melk- en kalfkoeien. Een andere voorwaarde is dat er geen kunstmest meer gebruikt mag worden. „Essentieel is de kracht van samenwerking en de kwaliteit van de groep”, aldus Dubbeldam. „Door een slimme samenwerking kan er veel worden bereikt en kan het hoogst haalbare uit deze regeling worden gehaald.”
Gebiedsproces Brummen
Dubbeldam noemt als voorbeeld het collectief aan boeren in het gebiedsproces Brummen. Hierin zijn melkveehouders vertegenwoordigd met een verschillende mate van intensiteit. „Het gemeenschappelijke doel is uiteraard het verminderen van de stikstofuitstoot. Echter zijn hierin ook boeren vertegenwoordigd die erover denken om over een aantal jaren te stoppen en gestaag hun veestapel willen verminderen. Door samenwerking komen zij aan de minimaal benodigde 200 hectare en kunnen zij gezamenlijk aan de gestelde voorwaarden van de regeling voldoen. Hierdoor ontvangt iedere deelnemer de jaarlijkse vergoeding per hectare.”
Openstelling
De subsidieregeling wordt opengesteld van 1 mei tot 31 mei. DLV Advies meldt dat het van belang is om tijdig een aanvraag in te dienen, gezien de beperkte tijd tussen de openstelling en de verleningsbeschikking. Het budget voor de openstelling van de extensiveringsregeling in Natura 2000-overgangsgebieden bedraagt in totaal 105 miljoen euro.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief