Opbrengstafhankelijke mestnorm dichtbij
Professor Oene Oenema van de Wageningen Universiteit gaf aan dat landelijk de gemiddelde mineralengehalten in de bodem en het organische stofgehalte niet significant dalen maar dat er op individueel bedrijfsniveau zeer grote verschillen worden waargenomen. Dat komt door de per bedrijf verschillende opbrengsten die worden gerealiseerd, terwijl de bemestingsnormen voor iedereen dezelfde zijn.
Brusselse doelen
Het zou verstandig zijn dat daaraan een einde komt, oordeelt de voorzitter van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM), die de staatssecretaris adviseert over het gebruik van (dierlijke) meststoffen in de landbouw. Wie meer onttrekt, mag ook meer bemesten. Daarmee wordt voorkomen dat de bodem wordt uitgeput. Sjoera Dikkers van de PvdA: ‘Enerzijds ervaren boeren in de praktijk te dat ze te weinig mogen bemesten, anderzijds halen we niet alle waterkwaliteitsdoelen die Brussel stelt. Ik zou met alle liefde de boeren de ruimte geven om te ondernemen maar daar moeten we ook rekening mee houden.’
Helpen met nieuw beleid
CDA Tweede Kamerlid Jaco Geurts deed een oproep aan de bemestingsdeskundigen, naast prof. Oenema Boerenverstand adviseur Frank Verhoeven en akkerbouwspecialist Geert-Jan Van der Burgt van het Louis Bolk Instituut, om de Kamer handvatten te geven waarmee ze nieuw werkbaar beleid kunnen maken. ‘De mestwetgeving is een mammoettanker die je maar langzaam van koers kunt wijzigen. Help ons met nieuw beleid te maken.’
Proefstal status
Frank Verhoeven wil op een certificatensysteem waarmee boeren aanvankelijk op kleinschalig niveau mogen afwijken van de standaard Mestwet. Een soort proefstalstatus, die we nu al kennen in het kader van de emissie arme huisvesting. ‘Voor deze voorlopers moet de overheid geen middelen voorschrijven maar doelen. Ze mogen zelf keuzes maken in hun management, bijvoorbeeld of ze bovengronds met de Duo Spray methode mest uitrijden of injecteren. Als ze de gestelde doelen maar halen. Als je dat goed gaat ‘monitoren’ en het blijkt naar wens te verlopen kun je het later opschalen qua aantallen deelnemers.’
Generieke normen aanscherpen
Verhoeven denkt dat het goed mogelijk is om tegelijkertijd de generieke mestwetnormen verder aan te scherpen, zodat de voorlopers worden gestimuleerd en de achterblijvers worden aangepakt. Op de vraag van PvdA’er Dikkers of het kringloopsysteem ook in de akkerbouw toegepast kan worden reageerde Van der Burgt dat dit in de akkerbouw eenvoudiger is dan in de veehouderij.
De hei op
VVD politica Helma Lodders: ‘Als je deze drie heren een paar dagen de hei opstuurt dan komen ze er gezamenlijk wel uit. Opbrengstafhankelijke bemestingsnormen gaan er komen. Daar pleit de VVD al jaren voor.’ De VVD en het CDA bleken sceptisch over de vele rekenmodellen die de Wageningen Universiteit hanteert bij de onderbouwing van het ammoniak- en mestbeleid. ‘Als we altijd alleen maar wachten tot statistieken overheidsbeleid ondersteunen, dan hadden we nu nog met een berevel en een knuppel op onze rug gelopen, grapte Geurts richting prof. Oenema. ‘Innovatie betekent dat je nog niet alles met alle mogelijke cijfers en modellen kunt onderbouwen.’
Nieuwe cijfers kosten geld
Lodders wees Oenema er op dat veel wetenschappelijke literatuur gebaseerd is op de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Daarop reageerde Oenema dat nieuwe cijfers nieuw onderzoeksbudget vereisen dat de overheid beschikbaar moet stellen. Lodders: ‘ Een meerderheid in de Tweede Kamer is van mening dat er naast de internationale ‘ammoniak review’ van ons Nederlandse depositiebeleid ook aanvullend veldonderzoek moet komen. De politiek beslist hoeveel geld daarvoor beschikbaar gesteld wordt.’ Verhoeven vreest dat teveel nieuwe rapporten, metingen en debatten veel tijd en geld kosten die de situatie niet echt ten goede zullen veranderen.