Blauwtong kostte ruim 4000 koeien het leven
Ruim 2.200 rundveebedrijven hebben melding gemaakt van blauwtongverschijnselen bij hun runderen. Nog eens duizend rundveebedrijven meldden kliniek bij andere diersoorten op het bedrijf, vrijwel altijd waren dat schapen.
Van alle meldingen was 70 procent afkomstig van melkvee- en jongveeopfokbedrijven. Kleinschalige (hobby)bedrijven met minder dan 20 runderen waren goed voor 18 procent van de meldingen. 9 procent kwam van zoogkoeienbedrijven en de rest van andere bedrijfstypen.
Melkproductiedaling
Volgens GD is er zowel een daling in de melkproductie op bedrijven die klinische symptomen hadden, als op bedrijven die géén melding hadden gedaan bij de NVWA, maar die wel in een gebied lagen met een hoge besmettingsgraad. Hoe hoger de besmettingsgraad, hoe hoger de gemiddelde melkproductiedaling op het bedrijf. De koeien gaven gemiddeld zo’n negen tot tien weken lang minder melk, waarna de productie langzaam weer opliep tot het oude niveau.
De sterfte was het hoogst op melkveebedrijven, vergeleken met de andere bedrijfstypen. Op bedrijven met klinische verschijnselen van BTV-3 was de sterfte onder volwassen runderen 3,5 keer hoger in vergelijking met dezelfde periode in voorgaande jaren. Op niet-meldingsbedrijven was de sterfte 1,5 keer hoger. Ook hier bleef de sterfte tot en met tien weken na het moment van melden verhoogd.
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Ingrid Zieverink
Bron: GD