Melkveehouder uit Haaksbergen vangt bot in schadecompensatiezaak N18
De hoogste bestuursrechter stelt in een einduitspraak over de schadeeis van melkveehouder E. Te Lintelo dat hij tijdens de onteigeningsprocedure voldoende financieel is gecompenseerd. Te Lintelo moest een deel van zijn huiskavel en weilanden afstaan voor de aanleg van de N18. Daarvoor heeft de Haaksberger tijdens de onteigeningprocedure uiteraard geld gekregen. Niet alleen ter compensatie van de gronden, maar ook voor de verminderde waarde van zijn bedrijf en een bedrag voor inkomensschade.
Omdat Te Lintelo de onteigeningsprocedure destijds niet in hoger beroep heeft aangevochten staat die onherreoepelijk vast, benadrukt de Raad in de uitpraak. Te Lintelo meent evenwel dat hij voor nog eens tienduizenden euro’s schade heeft opgelopen.
Beweiden
Onder meer, omdat hij zijn melkvee door verlies en onbereikbaarheid van de weilanden niet meer kon beweiden. Volgens de Raad van State kon de veehouder zijn melkvee wel op stal houden. Te Lintelo zou niet hebben hard gemaakt dat een veehouderij met beweiding veel minder waard is dan een bedrijf waar de koeien permanent op stal staan.
Ook het feit dat de Haaksberger door het gedoe rond de onteigening zelf nog fosfaatrechten voor 64 koeien moest aankopen, is volgens de hoogste bestuursrechter niet iets dat direct uit de, sowieso onherroepelijke onteigeningsprocedure voort vloeit. Kortom, te Lintelo krijgt geen cent extra nadeelcompensatie en zal het moeten doen met wat hij eerder tijdens de onteigeningsprocedure heeft ontvangen.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Agrio archief