Kamer wil derogatie voor bedrijven met enkel blijvend grasland en een kleinere kalverhouderij

Een derogatie voor bedrijven met alleen blijvend grasland voorkomt uitspoeling van nitraat, terwijl blijvend grasland ook nog eens goed is voor biodiversiteit en klimaat, argumenteerde Flach in zijn motie. Daarom vraagt hij de regering om de mogelijkheid van een derogatie voor die bedrijven op korte termijn voor te leggen aan de Commissie Deskundigen Meststoffenwet en, afhankelijk van de uitkomst, daarna aan de Europese Commissie.
Ondanks bezwaren van minister Adema, die bang is dat een dergelijk verzoek de huidige derogatiebeschikking in gevaar brengt, stemde een meerderheid van de Kamer in met deze motie.
Kalverhouderij
Een tweede motie, van D66 en de ChristenUnie, verzoekt de regering om te koersen op een kalverhouderij met een omvang die past bij de belangen van de Nederlandse melkveesector. „Nederland importeert jaarlijks zo'n 800.000 kalfjes, en maar 10 procent van het in Nederland geproduceerde kalfsvlees wordt door Nederlanders geconsumeerd", argumenteerden Kamerleden Tjeerd de Groot en Pieter Grinwis. Zij brachten ook in overweging dat zich veel dierenwelzijn- en gezondheidsproblemen in de kalversector, en dat de problemen rond dierenwelzijn en milieu niet opwegen tegen de beperkte baten voor Nederland of de financiële voordelen van een handvol bedrijven (hoewel niet genoemd in de motie, bedoelden ze daarmee met name de Van Drie-groep).
Ook deze motie kreeg de steun van een meerderheid van de Tweede Kamer.