Tot de enkels in de drek: veehouders kijken uit naar survivalrun
„Van oudsher doen er inderdaad veel boeren aan mee”, zegt Tragter, die zelf in Borculo jongvee opfokt voor drie melkveehouders. „Net als bij het marathonschaatsen bijvoorbeeld. Maar tegenwoordig doet er echt iedereen mee. Van allerlei leeftijden en beroepen. In totaal zijn er ruim 1500 deelnemers.”
Diverse obstakels
De naam survivalrun zegt het eigenlijk al. Er zijn drie afstanden (7, 14 en 23 kilometer) waarin je zo snel mogelijk van A naar B moet, met tussendoor de nodige hindernissen. „Alles is onverhard en er zijn diverse obstakels. Met touwen, water, maar je moet ook een stukje kanovaren of zelfs boogschieten. Je hebt dus allerlei capaciteiten nodig om de run te volbrengen.”
Loonwerkers met kranen
Tragter zat een aantal jaar geleden ook in het bestuur van de survivalrun en is nu betrokken bij het bouwen van het parcours. „De parcourscommissie bedenkt de hindernissen, en wij zijn nu al zo’n zes à zeven weken iedere zaterdag bezig met het opbouwen. Denk aan balken ophangen en touwen spannen. Vroeger deden we dat met een trekker en voorlader, maar tegenwoordig helpen loonwerkers met kranen mee. Dat scheelt veel tilwerk.”
Tot de enkels in de drek
Gezien de vele regenval zal het een drassige boel worden, aanstaande zondag in Beltrum. „Dat wordt tot de enkels in de drek”, zegt Tragter lachend. „De loopomstandigheden zijn heel zwaar. Misschien wordt het parcours daarom ook iets ingekort, dat zullen we zaterdag horen. Ik doe zelf mee aan de run van 14 kilometer. Mijn zoon van 13 jaar oud en mijn dochter van 15 jaar oud doen ook mee. Zij doen de 7 kilometer. Mijn doel? Uitlopen! Ik ben nu 47 en begon op mijn 17de. Toen kon ik er toch wat beter tegen dan nu, maar ik ben fit voor zondag. Een top 10-klassering zou ik zeer tevreden mee zijn.”
Eerste Survivalrun
Maureen Eggink (23) uit Ruurlo kan niet wachten tot het zondag 11.15 uur is. De boerendochter doet voor het eerst mee aan de surivalrun in Beltrum. „Dat is de bakermat van de survivalrun”, zegt Eggink.
Sinds een jaar is Eggink nu bezig met de sport waarbij je een parcours met allerlei hindernissen moet afleggen. Maar de run van Beltrum heeft ze nog niet gedaan. „Ik train wel in Beltrum. Samen met een vriendin, waar ik zondag ook samen mee start. We zien inderdaad ook collega-boeren uit de buurt die meedoen. Dat maakt het zeker leuk.”
Lees verder onder de foto
Sinds een jaar is Eggink nu bezig met de sport waarbij je een parcours met allerlei hindernissen moet afleggen. Maar de run van Beltrum heeft ze nog niet gedaan. „Ik train wel in Beltrum. Samen met een vriendin, waar ik zondag ook samen mee start. We zien inderdaad ook collega-boeren uit de buurt die meedoen. Dat maakt het zeker leuk.”
Doel is om bedrijf thuis over te nemen
De 23-jarige Eggink is momenteel 32 uur per week aan het werk als trainee junior communicatiespecialist. Maar daarnaast zit ze in de maatschap met haar ouders. „We hebben thuis melkvee en vleesvarkens. Mijn verantwoordelijkheid ligt bij de kalfjes. Daarnaast help ik natuurlijk ook mee met andere zaken op stal en op het land. Het doel is wel om het bedrijf over te nemen. Afhankelijk van hoe het allemaal loopt. Want natuurlijk hoor of lees je de dingen waar de boeren momenteel allemaal tegenaan lopen in Nederland. Maar ik wil er vol voor gaan, het is mijn passie!”
Andere passie
Die andere passie is dus de survivalrun. Eggink debuteert zondag in Beltrum op de 7 kilometer. „Ik hoop het te voltooien mét bandje. Dat betekent dat je alle hindernissen hebt gehaald. Je krijgt vooraf namelijk een bandje, en als je hindernis uiteindelijk toch niet kan volbrengen, moet je je bandje afgeven.”
Weilanden zijn drekkerig
Het wordt wel een flinke kluif, net als collega-boer Arjan Tragter ook al voorspelde: tot de enkels in de drek. „Inderdaad!”, zegt Eggink. „De weilanden zijn allemaal drekkerig. Het parcours loopt ook langs bouwlanden en een beek. Allemaal onverhard. Het wordt koud en drassig, dus we moeten misschien een beetje rustiger aan doen. Niet focussen op een tijd. Door die drek valt sowieso niet te rennen.”
'Nooit gedacht dat ik dit kon!'
Maar om een beeld te schetsen: Eggink verwacht dat je toch wel zo’n 2 uur nodig hebt om de 7 kilometer met obstakels te volbrengen. „Ik ga samen met een vriendin, dat vind ik ook leuk. Om het samen te doen. Je mag elkaar alleen niet helpen. We zijn nu een jaartje bezig en ik had nooit gedacht dat ik dit kon!”