Video: Waarom kiezen steeds meer veehouders voor de betere zetmeelverteerbaarheid van Dent-mais?
Wereldwijd bestaan er in grote lijnen twee genetische types maisrassen: Flint-mais en Dent-mais. Het verschil in de korrels van beide types zit niet alleen in het uiterlijk. Waar het zetmeel in Flint-korrels is omgeven door een dikke en glazige korrelhuid, wordt het bloemige zetmeel in Dent-korrels omgeven door een dunnere korrelhuid. Hierdoor is de korrel zachter, en is het zetmeel beter bereikbaar en verteerbaar in de pens en het verdere verteringssysteem van de koe. Dit zorgt voor een betere zetmeelverteerbaarheid.
Zo ziet het verschil in hardheid tussen Dent- en Flint-mais er in de praktijk uit
In bovenstaande video wordt het verschil in hardheid duidelijk bij het afschrapen van een maiskolf in de lengte. Het zetmeel in Dent-mais is dankzij de zachte korrel beter bereikbaar, en daardoor makkelijker te verteren.
Lager prolamine-gehalte Dent-mais
De zetmeelverteerbaarheid van Dent-mais wordt verder bevorderd door het prolamine-gehalte, dat lager ligt ten opzichte van Flint-mais. Prolamine is een plantaardig eiwit dat zetmeeldeeltjes aan elkaar doet kleven, en niet oplost in water of dit zelfs afstoot. Hoe hoger het prolamine-gehalte dus is, des te moeilijker is het voor de enzymen en bacteriën in de pens van de koe om de zetmeeldeeltjes los te weken en te verteren. Dent-maiskorrels zijn daarentegen een stuk beter verteerbaar, en dat zie je terug in de mest: waar er bij Flint-mais veel onverteerde korrelresten, en dus zetmeelverlies, in de mest zitten, is dit bij Dent-mais veel minder het geval.
Dent-mais ook makkelijker verwerkbaar
Naast de koe, profiteert ook de loonwerker van de zachtere Dent-maiskorrel. De korrel is namelijk beter te vermalen, waardoor je met minder energie meer en sneller mais kunt vermalen tot CCM. Ook is de voederconversie beter, doordat de deeltjes Dent-mais dankzij de zachtere korrel kleiner worden vermalen. Een groot contrast met Flint-maistypes. De vele harde stukjes die hieruit voortkomen zijn moelijker opneembaar en verteerbaar.
De kuil sneller openen met Dent-mais
De betere verteerbaarheid van Dent-mais maakt het mogelijk om de kuil sneller te openen. Uit onderzoek is gebleken dat het zetmeel van Dent-mais bij een snelle opening beter beschikbaar is dan dat van Flint-mais (Lalotte et al. 2016, Univ, Losianne, Nancy, Frankrijk). In dit onderzoek werd de zetmeelverteerbaarheid zowel twee maanden als zes maanden na het inkuilen gemeten.
Zoals de grafiek rechts laat zien, ligt de zetmeelverteerbaarheid van Dent-mais twee maanden na het inkuilen 7% hoger dan bij Flint-mais. Hoewel de zetmeelverteerbaarheid van Flint-mais toeneemt naarmate de kuil langer gesloten blijft, weet deze ook na zes maanden het niveau van Dent-mais niet te bereiken. De zetmeelverteerbaarheid van Dent-mais is dus niet alleen veel sneller op niveau, maar ligt zowel na twee als na zes maanden hoger. Dit geeft de veehouder de mogelijkheid om al na zes tot acht weken na het inkuilen van de nieuwe kuil te voeren, zonder dat dit tot grote zetmeelverliezen in de mest leidt.
Meer maispitten in de mest bij Flint-mais
Met name wanneer er in de eerste maanden na het inkuilen van een nieuwe maiskuil wordt gevoerd, zien veehouders vaak stukjes maispitten in de mest. Door de hardere korrels komt dit veel meer voor bij Flint-mais dan bij Dent-mais.
Deze veehouders kozen al voor Dent-mais
Voor melkveehouder Tom van Wezel van melkveehouderij van Wezel-Botermans waren de vele maispitten die hij in de mest van zijn 160 melkkoeien en ca. 80 stuks jongvee tegenkwam een belangrijk argument om voor Dent-mais te kiezen. “We voeren momenteel veel mais in het rantsoen, waardoor we grote zetmeelverliezen zoveel mogelijk willen voorkomen.” Komend jaar wil hij dan ook een aparte Dent-kuil maken, en hier sneller uit gaan voeren. “Het is goede mais, met een mooie verhouding tussen kolf en plant – we verwachten dus een goede voederwaarde.”
Ook op melkveebedrijf Mts. Asbreuk werd voor het voeren van de 88 melkkoeien en 40 stuks jongvee gekozen voor Dent-mais. Bij die keuze waren niet alleen het hoge zetmeelgehalte en de uitstekende verteerbaarheid, maar ook de smakelijkheid doorslaggevend. “Het ras kan relatief goed tegen droogte en blijft mooi groen tot aan de oogst. Dat levert frisse, smakelijke mais op in de kuil.” Na vier weken werd er op het bedrijf al uit de maiskuilen gevoerd, en dat beviel goed. “Bij Dent-maisrassen zien we dat het zetmeel ook al in het begin goed verteerbaar is.”
Meer informatie
Vragen over de Dent-maisrassen? Lees dan onze maiscatalogus 2024