Wijzigingen KringloopWijzer: forfaitaire stikstofexcretie biomelkkoe 12 procent hoger
Een andere aanpassing betreft de dichtheid van natte graskuilen. Voorjaar 2021 leverde veel natte graskuilen op. De dichtheid van deze graskuilen (minder dan 22 procent droge stof) bleek niet goed overeen te komen met de praktijk. In 2022 is in onderzoek een nieuwe formule vastgesteld. Hiermee kunnen laboratoria via de kuilopmeting en het kuilmonster de dichtheid van natte graskuilen beter schatten.
Onderzoekers van Wageningen University & Research actualiseren jaarlijks de rekenregels binnen de KringloopWijzer. Zij bekijken of er aanpassingen en wijzigingen nodig zijn om de optimalisatie te verbeteren en de gebruiksvriendelijkheid van de KringloopWijzer te vergroten.
Broeikasgassen
Een andere belangrijke aanpassing ten opzichte van 2022 is de uitstoot van broeikasgasemissies. Deze wordt uitgedrukt in koolstofdioxide (CO2)-equivalenten. Hierdoor moet de emissie van de broeikasgassen methaan en lachgas eerst worden omgerekend naar CO2-equivalenten.
Deze omrekening wordt de Global Warming Potential (GWP) genoemd. GWP’s voor methaan en lachgas zijn sterk verlaagd, wat is verwerkt in de 2023-versie van de KringloopWijzer. Dit betekent dat de totale berekende broeikasgasemissies flink omlaag gaan. De uiteindelijke waarden vallen hierdoor circa 10 procent tot 20 procent lager uit dan berekend met de 2022-versie.
SilvAir en Bovaer toegevoegd
Aan de nieuwe KringloopWijzer zijn ook de voederadditieven SilvAir en Bovaer toegevoegd. Deze middelen hebben een reducerend effect op de methaanemissie. De uitstoot van lachgas uit rundveedrijfmest en digestaat vermindert door het toevoegen van Vizura vlak voordat deze worden uitgereden op het gras- en bouwland. De KringloopWijzer rekent de toepassing van deze middelen automatisch door. Van belang is dan wel dat de middelen worden toegepast volgens het voorschrift van de leverancier.
De berekende uitkomsten voor bodemkoolstof blijven indicatief. De verhouding tussen organische stof en stikstof in mest (OS/N-verhouding) is in de 2023-versie wel aangepast. Voor drijfmest betekent dit iets minder koolstofvastlegging in de bodem, dus een iets hogere netto-CO2-emissie. Voor vaste mest betekent dit een iets hogere koolstofvastlegging in de bodem, met een lagere netto-CO2-emissie tot gevolg.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Verantwoorde Veehouderij