Activistische tactieken brengen bewust Agri-food wetenschappers in diskrediet
De wetenschappers hebben samen met ruim duizend andere wetenschappers de Verklaring van Dublin ondertekend. Deze heeft tot doel een stem te geven aan de vele wetenschappers over de hele wereld die ijverig, eerlijk en succesvol onderzoek doen in de verschillende disciplines om een evenwichtig beeld te krijgen van de toekomst van de veehouderij en vleesconsumptie.
Longread - Dit is een vertaling van ’Opinion piece: Activist tactics and the discrediting of scientists’ dat onlangs werd gepubliceerd op www.aleph-2020.blogspot.com.
Dit opiniestuk is geschreven uit protest tegen aanhoudende pogingen om de geloofwaardigheid van gevestigde wetenschappers en organisaties op het gebied van dierlijke voedingsmiddelen en veehouderij te ondermijnen. Dit wordt gedaan door op een oneerlijke manier gerenommeerd onderzoek en wetenschapscommunicatie onderuit te halen. Onderzoek dat niet aansluiten bij bepaalde, grotendeels ideologische standpunten en deze ten onrechte te bestempelen als onbetrouwbaar, pervers en beïnvloed door de Agri-food industrie. Toch wordt de validiteit van deze feitelijke wetenschappelijke argumenten en bewijzen, die zijn aangedragen door talloze gevestigde wetenschappers in de dierlijke productie, zelden op een wetenschappelijke manier bekritiseerd en beoordeeld.
Het is vanwege onze academische en maatschappelijke verantwoordelijkheid om ideologisch radicalisme wetenschappelijk tegen te gaan
Als initiatiefnemers of ondertekenaars van de Verklaring van Dublin willen wij eerst onze standpunten als wetenschappers op het controversiële onderzoeksgebied van veehouderijsystemen en dierlijke voedingsmiddelen duidelijk uiteenzetten. Met de Verklaring maken we duidelijk dat de veehouderij moet worden gevrijwaard van ongefundeerde en overdreven beschuldigingen. Waar wij niet voor pleiten is het behoud van de status quo. In het verleden hebben we consequent de dwingende noodzaak van substantiële hervormingen binnen het voedselsysteem onderstreept. Onze visie richt zich op het omarmen van milieuvriendelijkere productiesystemen en dat de mens overstapt van een dieet dat gedomineerd wordt door ultra bewerkt gemaksvoedsel naar gezondere voedingspatronen met een rijke diversiteit.
Het is echter van cruciaal belang om te erkennen dat het onderscheid tussen dieren en planten een valse tweedeling creëert, alsof er een wisselwerking bestaat tussen het een en het ander. Elk voedingspatroon en elk landbouwproductiesysteem zijn in belangrijke mate afhankelijk van de integratie van beide. Om verschillende redenen van commercieel of ideologisch gewin leggen gecoördineerde, activistische campagnes echter onevenredig veel schuld in de veehouderij voor veel van de kwalen van het mondiale voedselsysteem. Het tegenwerken van deze onevenwichtigheid in het gesprek leidt doorgaans tot vurig verzet van een vocale, activistische minderheid. Vaak gaat dit ook gepaard met agressieve beschuldigingen van vooroordelen en corruptie binnen de sector.
Academische en maatschappelijke verantwoordelijkheid
We voelen ons genoodzaakt om deel te nemen aan dit debat en nemen daardoor het risico blootgesteld te worden aan vijandigheid en intimidatie. Het is echter onze academische en maatschappelijke verantwoordelijkheid om op een wetenschappelijke wijze dit ideologisch radicalisme tegen te gaan. Radicalisme dat zou kunnen resulteren in onherstelbare schade als dit in praktijk wordt gebracht. Voor alle duidelijkheid: de initiatiefnemers van de Verklaring profiteren op geen enkele wijze financieel van hun activiteiten voor de Verklaring van Dublin. Terwille van de transparantie is hier een overzicht van mogelijke belangenverstrengelingen te lezen. Wat dit overzicht echter wel laat zien, is een actieve betrokkenheid bij bepaalde organisaties en instituten op het gebied van de dierlijke productie. Dat geldt overigens ook voor veel, zo niet de meeste, wetenschappers op de lijst van ondertekenaars van de Verklaring. Voor sommigen kan het ook gaan om financiering van onderzoek. Het is niet alleen redelijk maar ook essentieel dat wetenschappers hun expertise en inzichten presenteren aan de maatschappelijke belanghebbenden binnen hun vakgebied, en daar ook van leren.
In deze aanhoudende onenigheid moeten alle betrokken partijen aan zelfbespiegeling doen, maar de heersende veronderstelling dat de meningen, die veehouderijpraktijken, stelselmatig goed bedoeld zijn en geen vooringenomenheid of partijdigheid vertonen, is volkomen misleidend. Hieronder presenteren we vier recente en onderling samenhangende voorbeelden van lastercampagnes die deze misvatting weerleggen.
Voorbeeld 1:
Op de VN Food Systems Summit 2021 werd het antiveehouderij sentiment omgezet in een Big Meat-probleem
De VN Food Systems Summit van 2021 had nobele bedoelingen. Of zo leek het. Het werd al vroeg bekritiseerd door Michael Fakhri, de speciale VN-rapporteur voor het recht op voedsel, omdat de 'regels voor deelname werden bepaald door een klein aantal betrokkenen. Namelijk de private en maatschappelijke sector, organisaties die zich over de maatschappelijke sector ontfermen (met name het World Economic Forum), wetenschappers en economen hebben het proces geïnitieerd '
De zogenaamde Action Track 2 (Actie Spoor 2) ‘Verandering naar Duurzame Consumptie Gedrag’ van de VN Food Systems Summit werd toegewezen aan de oprichter van de EAT Foundation, wiens doel het was ‘om volledig voordeel te halen uit de topbijeenkomst ’ en ‘het soort verreikende veranderingen af te dwingen die de wereld nu dringend nodig heeft ’. Gegeven het feit dat EAT betoogt dat er ‘harde beleidsinterventies ’ nodig zijn om een semi-vegetarisch Planetary Health Diet op te leggen en op basis van de vele activistische deelnemers die aan de Action Track 2 deelnamen, werd er een anti-veehouderij sfeer gecreëerd. Het Good Food Institute, de grootste lobbygroep voor veganistische technologie, was uitgenodigd om ‘de innovatiepijler’ van Action Track 2 (AT2) te leiden en ‘invloed te geven op het innovatie denken in alle vijf actiesporen’. Daarnaast was de leider van Action Track 2 de directeur was van 50by40, een activistische overkoepelende groep die de halvering van de veestapel tegen 2040 als missie heeft.
Overname door de vlees- en zuivelindustrie
Als reactie op deze vijandige context werd een 'Sustainable Livestock Solution Cluster' opgericht, onder leiding van experts van een aantal respectabele organisaties, waaronder het International Livestock Research Institute, World Farmers' Organization en Alliance Biodiversity/CIAT. Zach Boren van Greenpeace schilderde het initiatief als een overname door de vlees- en zuivelindustrie. Boren haalde daarbij Marco Springmann (Oxford) en Matthew Hayek (New York University) van EAT ter ondersteuning aan. Deze beschuldigingen werden vervolgens gepropageerd in de krant The Guardian door een journalist die inmiddels is aangesloten bij Sentient Media, een platform voor journalisten die zich inzetten voor dierenrechten. Hayek werd opnieuw geciteerd. Dit keer als een van de elf 'corrigerende' toevoegingen aan het Sustainable Livestock Cluster, in een poging de controle over het verhaal terug te krijgen. Het werk van Boren werd onder de aandacht gebracht van Fakhri, die vervolgens betoogde dat EAT door de Agri-food industrie werd gesaboteerd. Maar was Fakhri ook op de hoogte van het feit dat EAT is opgericht door een Young Global Leader van hetzelfde World Economic Forum dat hij aanvankelijk bekritiseerde, en dat EAT is gemodelleerd naar Davos? Het WEF steunt inderdaad de Great Food Transformation van EAT (de grote voedseltransitie). Dat geldt ook voor de agrofoodmultinationals van de World Business Council Sustainable Development die een formeel partnerschap zijn aangegaan met EAT. Hoe dan ook, al het goede dat werd bereikt in het Sustainable Livestock Cluster werd in de ogen van VN-rapporteur Fakhri nu in diskrediet gebracht als onomkeerbaar gecorrumpeerd door de veehouderij, terwijl de motieven van AT2/EAT eenvoudigweg werden geclassificeerd als ‘goede bedoelingen’.
Activistische sentimentele media
Sentient Media definieert zichzelf als een ‘ non-profit nieuwsorganisatie die het gesprek rond veehouderij over de hele wereld verandert ’. Op het moment dat dit werd geschreven, bestond de lijst met bijdragers uit Karen Asp (een ‘veganistische mentor’ van PETA), Marina Bolotnikova (die voorheen over ‘bio-industrie’ schreef in The Guardian), Nicholas Carter (medeoprichter van PlantBasedData ) , Onder anderen Laura Driscoll (medewerker van Greenpeace), Lillie Gardner (Compassionate Action for Animals), Sophie Kevany (medewerker van The Guardian en The Irish Times), Lex Rigby (Viva!), Spencer Roberts en Jeff Sebo. Sebo is directeur dierstudies en lid van het uitvoerend comité van de eenheid Center for Environmental and Animal Protection van de New York University. CEAP fungeert als een knooppunt voor dierenactivisme, geïllustreerd door de aanwezigheid van de bekende dierenrechten filosoof Peter Singer bij de inauguratie in 2018. Het Centrum keurt de veehouderij af en heeft voorgesteld harde beleidsinterventies te overwegen, zoals het belasten en verbieden van dierlijk voedsel. Binnen NY University is CEAP gevestigd in het Department of Environmental Studies, dat ook de thuisbasis is van Matthew Hayek (die onderzoeksfinanciering ontving van CEAP en voorheen Jennifer Jacquet (voormalig adjunct-directeur van CEAP, nu aan de Universiteit van Miami). Beiden worden doorgaans ingeschakeld wanneer een wetenschapper nodig is ter ondersteuning van uitspraken van journalisten aangesloten bij Sentient Media.
Voorbeeld 2:
De gecoördineerde poging om professor Frank Mitloehner in diskrediet te brengen
Frank Mitloehner is hoogleraar aan de afdeling Dierwetenschappen van de Universiteit van Californië, Davis, waar hij gespecialiseerd is op het gebied van luchtkwaliteit en veehouderij. Hij wordt algemeen erkend vanwege zijn rol als directeur van het CLEAR Center en zijn invloedrijke werk als wetenschappelijke woordvoerder. Terwijl hij pleit voor een verschuiving in de veehouderij om de methaanuitstoot terug te dringen, benadrukt hij dat dierlijke productiesystemen een deel van de oplossing kunnen en moeten zijn. Dit perspectief is niet goed ontvangen in activistische kringen, en de impact van zijn werk werd een bron van zorg voor degenen die investeerden in anti-veehouderijagenda's.
De journalistieke campagne om Mitloehner af te schilderen als een agri-food industriewetenschapper begon toen de hoofdredacteur van Sentient Media, Jenny Splitter, een beschuldigend stuk op de Undark-website publiceerde. In dat stuk werd Matthew Hayek geïnterviewd om het uitgangspunt te ondersteunen dat Mitloehner bevooroordeeld is. Na documenten te hebben verkregen via de wetten op de vrijheid van informatie, werd in 2022 een samenwerking tussen Zach Boren en The New York Times gelanceerd om te beweren dat de wetenschappelijke activiteiten van Mitloehner worden beïnvloed door financiering uit de veehouderijsector. Het artikel van Boren werd vervolgens gebruikt om de zaak opnieuw te behandelen op Sentient Media.
Dierwetenschappers werken met de veehouderij
Mitloehners reactie op de beschuldigingen werd kort daarna gepubliceerd. Zijn boodschap was duidelijk: ‘Dierwetenschappers werken met de veehouderij. Dat is het. Dat is de onthulling, de samenzwering die zoveel activisten en journalisten met u willen delen.' Hij voegde eraan toe: ‘Ik ben transparant over mijn samenwerking met de veehouderij. Mijn onderzoekslaboratorium ontvangt subsidies om onderzoek uit te voeren voor de landbouwsector, maar ook voor de publieke sector ' en 'mijn taak als hoogleraar en coöperatieve luchtkwaliteitsspecialist is om samen te werken met leden van de agri-food industrie om de milieuprestaties van het voedsel dat zij produceren te verbeteren. Ik bedoel dat niet figuurlijk; het staat in mijn functieomschrijving'. Voor de nuchtere waarnemer is het moeilijk te begrijpen waar deze hele kwestie over ging. Wetenschappelijke experts op het gebied van de veehouderij werken vaak samen met belanghebbenden in de landbouw, veeteelt of de agro-food industrie. Wanneer potentiële belangenconflicten worden gemeld, moet elke beschuldiging van vooringenomenheid worden gezien als een aanval op de wetenschappelijke integriteit van de onderzoeker. De echte vraag is: waarom het zuur?
Voorbeeld 3:
De afbeelding van de FAO als een PR-apparaat dat namens de veehouderijsector optreedt
Na haar 'Livestock's Long Shadow'-rapport werd de Wereldvoedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties een favoriet van dierenrechtenactivisten, gebaseerd op het feit dat de totale uitstoot van de veehouderij op 18 procent van de antropogene (humane) uitstoot werd geschat. Dit getal werd gebruikt om de misleidende bewering te doen dat ‘koeien erger zijn dan auto’s’. Onlangs heeft de FAO de bijdrage echter geactualiseerd naar 11 procent, op basis van de laatst beschikbare gegevens en hulpmiddelen. Daarnaast organiseerde de FAO een conferentie over duurzame veehouderij en creëerde een evenwichtig rapport over de gezondheidseffecten van dierlijk voedsel , dat in activistische kringen geen welkome boodschappen meer zijn.
Bagatelliseren en censureren van ongemakkelijke feiten
In mei 2023 suggereerde de Sentient Media-journalist, die al in het eerder werd genoemd, dat de recente schatting van de FAO van de uitstoot van vee onjuist was. Enkele van de in het stuk geciteerde wetenschappers waren Joseph Poore (Oxford), Timothy Searchinger (Princeton) en wederom Matthew Hayek. Later dat jaar werden twee artikelen gepubliceerd in de subsectie 'Animals Farmed' van The Guardian, waarin de FAO werd beschuldigd van het bagatelliseren en censureren van ongemakkelijke feiten na druk van veehouderijsector. Hayek werd aangehaald om twijfel te zaaien over de update van de FAO-emissiegegevens, evenals zijn voormalige collega Jennifer Jacquet, die suggereerde dat het werk van de FAO wordt gevormd door de vlees- en zuivelindustrie. Het modelleren van complexe systemen is doorgaans onvolmaakt en moet aan wetenschappelijk onderzoek worden onderworpen. De suggestie dat het werk van de FAO wordt vertekend door druk van de veehouderijsector is echter een ernstige beschuldiging. In reactie op het artikel benadrukte Anne Mottet, voormalig veehouder van de FAO, dat de FAO zich houdt aan de beste praktijken en zich ontwikkelende methodologieën, waarbij betere gegevens en hulpmiddelen de reden zijn voor de herziening van de cijfers, en niet de druk van de veehouderijsector. Een paar dagen later werden de Guardian-artikelen opgepikt door Sentient Media, waarmee de cirkel rond was.
The Guardian en 'Animals Farmed'
Wij stellen dat, in het licht van beschuldigingen van onpartijdigheid, alle actoren even duidelijk moeten zijn over hun potentiële belangenconflicten. Zelfs als het openbaar beschikbaar is voor degenen die ernaar op zoek zijn. De eigen financieringsconstructies van The Guardian roepen vragen op. De krant ontving bijna 2 miljoen dollar van Open Philanthropy (OP) als bijdrage aan de serie 'Animals Farmed', waarin de FAO-artikelen werden gepubliceerd. OP, opgericht door Dustin Moskowitz, is een kanaal voor 'effectieve altruïsten' uit Silicon Valley, vaak veganisten en transhumanisten, om miljoenen te schenken aan dierenactivisme. Het is beschreven als de ' grootste financier ter wereld van het welzijn van landbouwhuisdieren', inclusief investeringen in alternatieve eiwitten en belangenbehartiging voor dierenwelzijn. In 2019 adviseerde OP een subsidie van 100.000 dollar aan: Sentient Media, naast financiering van andere organisaties met soortgelijke bedoelingen.
Het OP heeft ook nauwe banden met de veganistische voedingsindustrie. In 2016 investeerde OP in Impossible Foods om de ontwikkeling van vleesvervangers te ondersteunen en fungeert het als beschermheer van The Good Food Institute (GFI). Als lobbygroep voor veganistische technologiebedrijven wil GFI wetenschappers mobiliseren, politieke steun en gunstige regelgeving verkrijgen, de publieke opinie beïnvloeden en investeerders overtuigen. Het werd in 2016 opgericht door Bruce Friedrich, met 0,5 miljoen dollar afkomstig van Mercy for Animals, gevolgd door 2,5 miljoen dollar en verdere injecties door het OP. Voorheen was Friedrich hoofd van de publieke campagnes bij PETA, een militante dierenrechtenorganisatie. Een tijdlang publiceerde The Guardian gemiddeld elke vier dagen een Animals Farmed-artikel, waarbij gebruik werd gemaakt van emotionele beelden , naast diverse andere anti-veehouderijartikelen die betaald werden door het veganistische voedselmerk Oatly! in de serie 'Ouderschap voor je ouders'.
Voorbeeld 4: Het torpederen van de Verklaring van Dublin
Het is precies als reactie op dergelijke invallen in het wetenschappelijke debat, en op andere zoals de beruchte NutriRECS-affaire en de ‘obesitasoorlogen’ , dat de Dublin Declaration of Scientists on the Societal Role of Livestock werd opgesteld. Het werd geïnitieerd door het organisatiecomité van de Internationale Top over de maatschappelijke rol van vlees, georganiseerd door het Ierse staatsagentschap voor de landbouw Teagasc in 2022. Het auteurschap ligt bij de 36 co-auteurs die hebben bijgedragen aan de werkzaamheden van de top. Ondertekend door meer dan 1000 wetenschappers die de zorg delen dat het debat over de veehouderij ernstig uit balans is, stelt het dat ' veehouderijsystemen zich moeten ontwikkelen op basis van de hoogste wetenschappelijke standaarden. Ze zijn te kostbaar voor de samenleving om het slachtoffer te worden van vereenvoudiging, reductionisme of fanatisme '.
Het zwartmaken van de Verklaring volgde hetzelfde draaiboek als de andere hierboven genoemde gevallen, in het bijzonder de campagne tegen Mitloehner. Sentient Media heeft de eerste stap gezet door een artikel te publiceren met een beschuldigende toon en kop: ' De Verklaring van Dublin zit vol met vooroordelen over de dierlijke industrie ', waarbij Matthew Hayek uitgebreid wordt geciteerd om een heiligenkrans van wetenschappelijke geloofwaardigheid te creëren. Zach Boren deed vervolgens opnieuw een verzoek om vrijheid van informatie, dit keer gericht aan Teagasc, om e-mailcorrespondentie te verkrijgen. Teagasc werd expliciet bekritiseerd door Hannah Daly van University College Cork. Waar bij de anti-Mitloehner-campagne een samenwerking werd opgezet met The New York Times om het verhaal in de massamedia te brengen, The Guardian was ook hierbij betrokken. Hayek werd geciteerd, evenals Jennifer Jacquet.
(Update: Hetzelfde draaiboek werd kort na de publicatie van dit opiniestuk opnieuw toegepast: een aan Sentient Media gelieerde journalist publiceerde artikelen in DeSmog en The Guardian om een beeld te schetsen van de inmenging van de agri-food industrie in de COP28-klimaatagenda, waarbij hij Jacquet citeerde en verwijst naar de Verklaring van Dublin als ‘propaganda’.)
Het beschuldigen van de ondertekenaars is louter bedoeld om hun reputatie te schaden
Laten we de zaken nogmaals rechtzetten. Noch de Verklaring, noch de Top van Dublin kregen financiële steun van de agri-food industrie, noch werd de inhoud ervan beïnvloed. Alle commissieleden van de Verklaring van Dublin hebben op puur vrijwillige basis aan dit initiatief bijgedragen, gedreven door hun wetenschappelijke zorgen, en zonder enige vergoeding. De enige financiële steun, een bescheiden bedrag van 40.000 euro, werd verstrekt door Teagasc om de organisatie van de top te vergemakkelijken. Bovendien controleert de commissie nauwgezet alle handtekeningen om ervoor te zorgen dat alleen wetenschappers verbonden aan universiteiten of onderzoeksinstellingen worden opgenomen. Terwijl sommige van deze personen samenwerken met de veehouderij in hun onderzoek, en daarvoor financiering hebben ontvangen en aangegeven - wat hun instituut hen in eerste instantie vraagt te doen, en wat gebruikelijk is in de meeste toegepaste wetenschappelijke disciplines - , doen anderen dat niet. Toch is het beschuldigen van de ondertekenaars dat ze bevooroordeeld onderzoek uitvoeren onder invloed van de agri-food industrie ongegrond en louter bedoeld om hun reputatie te schaden.
Menselijk chauvinisme
We wachten nog steeds op een specifieke uiteenzetting van deze ‘zwartmakers’ welk standpunten ze in de Verklaring als onjuist, onevenwichtig of indicatief voor vooringenomenheid van de industrie beschouwen. Hoewel de verwijzing naar radicalisme en activisme in het voedseldebat tot enige begrijpelijke controverse heeft geleid, illustreren de bovenstaande voorbeelden dat deze zorg geen denkbeeldig probleem is. Om eerlijk te zijn: een groep wetenschappers heeft gereageerd op ons commentaar in Nature Food met betrekking tot de Verklaring in Nature en wij waarderen dergelijke reacties als onderdeel van het wetenschappelijke proces. Wij zien echter niet in hoe dit antwoord de algemene geldigheid van de Verklaring zou ondermijnen. Afgezien van het uiten van aannames over hoe de dierlijke productie er volgens deze groep wetenschappers uit zou moeten zien, en een ongegrond vertrouwen in het potentieel van cellulaire landbouw om de tekorten aan voedingsstoffen te dichten die zijn ontstaan door een radicale transitie, valt één specifieke zin in het antwoord op dat de drijfveer van hun reactie blootlegt: ‘Een alomvattende ethische analyse onderschrijft niet dat economische of sociaal-culturele factoren de voorkeur krijgen boven de verplichting om de belangen van moreel belangrijke wezens hoog te houden. Alleen mensen in deze laatste groep opnemen, wordt nu algemeen beschouwd als speciësisme (discriminatie tussen wezens op basis van hun soort) of menselijk chauvinisme.'
Hoe gaan we het debat en zwartmakerij oppakken?
Als wetenschappers is het ons doel om kritisch te onderzoeken welke vormen van landbouw het meest geschikt zijn voor een gezonde en duurzame toekomst en in hoeverre deze effectief kunnen worden geïmplementeerd of uitgebreid. Het lijkt er echter op dat zinvolle discussies worden bemoeilijkt door het feit dat het beroep van veehouderij, of het eten van dierlijk voedsel, nu wordt gezien als een vorm van 'menselijk chauvinisme'.
We willen graag afsluiten met het volgende citaat van Mayes in het tijdschrift Food Ethics: 'Critici beweren dat de EAT-Lancet commissie het wetenschappelijke bewijs met betrekking tot de plaats van dierlijke eiwitten in een gezond dieet verkeerd weergeeft of overdrijft. Eén benadering om het EAT-Lancet rapport en de wetenschappelijke basis ervan te verdedigen, is om deze critici af te schilderen als bevooroordeeld en beïnvloed door de vlees- en veehouderijindustrie. Het valt niet te ontkennen dat mensen in de vlees- en veesector zeer kritisch staan tegenover de suggestie dat mensen minder vlees moeten consumeren. Het is echter een te gemakkelijke reactie van de EAT-Lancet commissie en die geen rekening houdt met de complexiteit en de omstreden relaties tussen voedingswetenschap, voedingsbegeleiding en gezondheidsresultaten op de lange termijn voor individuen en populaties in verschillende culturele en sociaaleconomische contexten. Deze debatten kunnen hier niet worden opgelost. Mijn punt is eenvoudigweg dat de voedingswetenschap wordt betwist en dat meningsverschillen over voedingsrichtlijnen niet te herleiden zijn tot 'slechte wetenschap', corruptie of vooringenomenheid.'
Wetenschappers die de opinie onderschrijven
Auteurs : Prof. Frédéric Leroy ( CoI ; Vrije Universiteit Brussel, België), Prof. Keith Belk (Colorado State University, VS), Prof. Antonella Dalle Zotte (Universiteit van Padua, Italië), Prof. Stefaan De Smet (Universiteit Gent, België), prof. Frank Dunshea (voorzitter van de World Association of Animal Production; Universiteit van Melbourne, Australië; Universiteit van Leeds, VK), prof. Peer Ederer (GOAL Sciences, Zwitserland), prof. em. Bjørg Egelandsdal (Noorse Universiteit voor Levenswetenschappen, Noorwegen), Prof. Mario Estévez (Universidad de Extremadura, Spanje), Dr. Mohammed Gagaoua (INRAE, Frankrijk), Dr. Jean-François Hocquette (INRAE, Frankrijk; Franse Academie van Landbouw) , Prof. Anders Karlsson (Zweedse Universiteit voor Landbouwwetenschappen, Zweden), Collette Kaster (CEO van de American Meat Science Association, VS), Dr. Mohammad Koohmaraie (IEH Laboratories and Consulting Group, VS), Prof. Michael RF Lee (Harper Adams University, VK; covoorzitter UK Universities Climate Network, Net Zero Group), prof. Carol Lorenzen (Oregon State University, VS), dr. Pablo Manzano (Basque Centre for Climate Change, Spanje), prof. Andrew Milkowski (universiteit uit Wisconsin, VS), prof. Frank Mitloehner (Universiteit van Californië, Davis, VS), dr. Fabio Montossi (Instituto Nacional de Investigación Agropecuaria, Uruguay), prof. em. David Pethick (Murdoch University, Australië), Dr. Rod Polkinghorne (Birkinwood, Australië), Prof. Giuseppe Pulina (Universiteit van Sassari, Italië), Dr. Andrea Rosati (Secretaris-Generaal van de Europese Federatie van Dierenwetenschappen), Prof. Jason Rowntree (Michigan State University, VS), prof. John Scanga (Colorado State University, VS), prof. Alice Stanton (RCSI University of Medicine and Health Sciences, Ierland), prof. Robyn Warner (Universiteit van Melbourne, Australië), en Prof. Wilhelm Windisch (Technische Universiteit München, Duitsland).
Alle auteurs onderschrijven dit opiniestuk in hun eigen hoedanigheid, wat niet noodzakelijkerwijs de mening van hun werkgever, opleiding of organisatie weerspiegelt.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Tekst: vertaling:
Beeld: Verklaring van Dublin, UN, FAO, Davis University, Stockvault
Bron: Verklaring van Dublin