Op veel percelen nog onbenutte ruimte voor dierlijke mest
Eurofins Agro baseert haar conclusie op basis van ruim 43.000 recente bodemanalyses. Zonder actueel grondonderzoek is de fosfaatgebruiksruimte per hectare 75 kilo fosfaat voor grasland en 40 kilo fosfaat voor bouwland. Deze percelen komen standaard in de fosfaatklasse ‘hoog’. Bij percelen die op basis van recent grondonderzoek niet in de fosfaatklasse ‘hoog’ vallen, is er fosfaatdifferentiatie mogelijk. Dit betekent dat een veehouder ruimte krijgt om deze percelen extra fosfaat via dierlijke mest toe te dienen.
Uit een recente inventarisatie blijkt dat er overal in Nederland percelen zijn die niet in P-klasse ‘hoog’ vallen en waar grondonderzoek dus ruimte biedt voor fosfaatdifferentiatie. In grote delen van Friesland, Groningen, Drenthe, Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland zijn meer dan 70 procent van de onderzochte percelen is er ruimte voor fosfaatdifferentiatie.
Mest niet alleen N, P en K
Eurofins raadt aan om de gebruiksruimte voor dierlijke mest optimaal te benutten. „Dierlijke mest is waardevol om gewassen van nutriënten te voorzien. Mest is niet alleen rijk aan stikstof, fosfaat en kalium, maar ook aan eiwitten, vetzuren en andere bijzondere organische stoffen”, aldus het laboratorium.
Ook voordeel na afbouw derogatie
Ook met de afbouw van de derogatie blijft er ruimte voor extra plaatsingsruimte van dierlijke mest. Dit hangt af van de hoeveelheid fosfor in de drijfmest. In een voorbeeld laat Eurofins dit zien. Op een gangbaar melkveebedrijf met een verhouding van drie percelen gras op één perceel maïs, is de standaard drijfmestgift beperkt tot 38,5 kuub per hectare. De drijfmest bevat dan 4 kilo stikstof en 1,5 kilo fosfaat. Vallen al deze percelen niet in een lage fosfaatklasse, dan kan de gebruiksruimte toenemen tot 57,5 kuub per hectare in 2024, 50 kuub per hectare in 2025 en 42,5 kuub per hectare in de jaren daarna.