Duurzame melkveehouderijen presteren economisch beter
Uit het onderzoek blijkt dat melkveebedrijven die het best scoren op thema’s als biodiversiteit, klimaat en grondgebondenheid ook economisch beter presteren dan de rest van de melkveebedrijven. Het aandeel biologische bedrijven en melkveehouderijen met het On the way to PlanetProof keurmerk blijkt voor deze groep gemiddeld hoger te zijn.
Duurzamere bedrijven hebben met 2,56 euro per 100 kilo melk lagere kosten voor melk- en gewasproductie dan de overige bedrijven. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere kosten voor veevoer en mestafzetkosten, respectievelijk -2,13 euro en -0,25 euro. De lagere kosten zijn het gevolg van een lagere melkproductie per hectare.
14.400 kilo melk per hectare
Duurzamere bedrijven produceren gemiddeld 150.000 kilo minder melk op bedrijfsniveau dan de restgroep. De economisch beter scorende bedrijven zijn over het algemeen extensiever met een melkproductie van bijna 14.400 kilo per hectare. De overige bedrijven hebben gemiddeld zo’n 3.000 kilo hogere productie per hectare.
Ook de kosten voor diergezondheid is 0,14 euro lager. De totale kosten liggen op duurzame bedrijven 1,68 euro per 100 kilo lager. Maar dit verschil is niet significant, benadrukken de onderzoekers, het kan ook het gevolg zijn van willekeurige variatie.
Plus op de melk
Duurzamere bedrijven hebben naast lagere kosten ook hogere opbrengsten. Het verschil loopt op tot 3,30 euro per 100 kilo meetmelk. Nagenoeg de helft hiervan is het gevolg van hogere melkopbrengsten door extra waardering via de melkprijs voor milieu- en duurzaamheidsprestaties. Het leveren van biologisch melk en volgens een keurmerk is niet voor alle melkveebedrijven weggelegd, merken de onderzoekers op. Marktvraag en ligging van het bedrijven spelen hierbij ook een rol.
Wat de onderzoekers opviel was dat voor duurzamere bedrijven voornamelijk in Overijssel, Friesland en Groningen liggen en zijn ze minder vertegenwoordigd in Gelderland, Noord-Holland en Drenthe. Dit kan deels te maken hebben met de droogte van 2020. Droge omstandigheden hebben een negatieve invloed op de duurzaamheidsprestaties.
Vakmanschap
Verder vonden de onderzoekers dat er vaker veehouders van middelbare leeftijd aan het roer staan van duurzamere melkveebedrijven. Mogelijk hebben deze hun vakmanschap verder ontwikkeld. Hun jongere collega’s zijn doorgaans meer bezig met groei en bedrijfsontwikkeling en minder met optimalisatie, stellen de wetenschappers.
Dat duurzamere bedrijven economisch beter scoren wil overigens nog niet zeggen dat extensivering economisch uit kan. Extensief zijn is volgens de onderzoekers niet hetzelfde als extensief worden. Bedrijven met een extensieve bedrijfsvoering kunnen deze strategie al jaren gevolg hebben waarmee ze een betere uitgangspositie hebben. Aan de andere kant kan het voor intensievere bedrijven moeilijk zijn om een extensiveringsslag te maken omdat ze bijvoorbeeld hebben geïnvesteerd in productierechten, moderne stallen en mestverwerking.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Wageningen Economic Research