Meer weiden en minder aankoop kunstmest leidt tot lagere uitstoot broeikasgassen
Pensfermentatie draagt bijna de helft (48 procent) van de broeikasgasemissie bij. De aanvoer van producten zoals krachtvoer, ruwvoer en kunstmest draagt voor een kwart (25 procent) bij aan de uitstoot. De emissies rond mestopslag en voerproductie dragen elk gemiddeld iets meer dan 10 procent bij. Energiebronnen zoals elektriciteit, aardgas en diesel dragen met gemiddeld 4 procent slechts beperkt bij aan de totale broeikasgasuitstoot op een Koeien en Kansen-bedrijf.
Uit de analyse van de bedrijven blijkt dat voerproductie op veengrond ongeveer 20 procent bijdraagt aan de totale broeikasgasemissie vanwege lachgasuitstoot uit de veenbodem. Deze bedrijven hebben dan ook een gemiddelde uitstoot van meer dan 1.200 gram CO2-equivalenten per kilo meetmelk.
Meer weiden
Door in 2022 gemiddeld 200 uur meer te weiden en 2 kilo minder krachtvoer en krachtvoervervangers per 100 kilo melk te gebruiken in vergelijking met 2021, bevatte het gemiddelde rantsoen meer vers gras en daalde de methaanemissie uit pensfermentatie gemiddeld met 19 gram CO2-equivalenten per kilo meetmelk.
Minder kunstmestaankopen en voeraankopen leidden eveneens tot een afname van 18 gram CO2-equivalenten uit aanvoerbronnen per kilo meetmelk. Door meer te weiden op de Koeien & Kansen-bedrijven werd ook minder mest in de put opgeslagen, waardoor de emissie uit mestopslag gemiddeld met 8 gram CO2-equivalenten per kilo meetmelk afnam.
Melkproductie
De Koeien en Kansen-bedrijven wilden in 2022 het doel bereiken om de broeikasgasemissie te beperken tot maximaal 1.200 gram CO2-equivalenten per kilo meetmelk. Dit heeft betrekking op de broeikasgasemissie die wordt toegeschreven aan de melkproductie, dus het deel voor vleesproductie of voerverkoop wordt niet meegeteld. Alle melkveebedrijven hebben dus hun doelstelling behaald.
De broeikasgasuitstoot kan ook worden uitgedrukt per hectare. Uit de analyse van de cijfers blijkt dat de gemiddelde emissie voor melkproductie bijna 21.000 kilo CO2-equivalenten per hectare bedraagt. De variatie is aanzienlijk en hangt sterk af van de intensiteit van de bedrijfsvoering. Het meest intensieve bedrijf met ruim 46.000 kilo melk per hectare heeft een broeikasgasemissie van meer dan 48.600 kilo CO2-equivalenten per hectare, terwijl het meest extensieve bedrijf met bijna 6.500 kilo melk per hectare een broeikasgasemissie van bijna 6.600 kilo CO2-equivalenten per hectare heeft.
Op de meeste Koeien & Kansen-bedrijven varieert de broeikasgasemissie niet veel van het gemiddelde en ligt grofweg tussen de 15.000 en 25.000 kilo CO2-equivalenten per hectare.
Lachgas
Broeikasgassen hebben verschillende bronnen op melkveehouderijen. Zo komt methaan (CH4) vrij bij pensfermentatie en mestopslag. Lachgas (N2O) ontstaat bij de productie van voer. Het gebruik van energie leidt tot de uitstoot van kooldioxide (CO2).
Daarnaast zijn er bronnen buiten het eigen melkveebedrijf, zoals teelt, verwerking en aanvoer van producten elders, die ook bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen. De emissies van methaan, lachgas en kooldioxide worden opgeteld en uitgedrukt in CO2-equivalenten. Dit maakt het mogelijk om de broeikasgasuitstoot met één maateenheid te weergeven. In 2022 staat 1 kg methaan gelijk aan 34 CO2-equivalenten en lachgas aan 291 CO2-equivalenten.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Koeien&Kansen