'Methaanuitstoot corrigeren voor vastlegging CO2'
NMV kritisch over voorstellen reductie broeikasgassen LTO en NZO

Het stoort NMV dat op een melkveebedrijf de methaanuitstoot door de koe nog steeds wordt gezien als de belangrijkste bron van alle broeikasgassen, de zogenaamde carbon footprint. Methaanuitstoot ontstaat door fermentatie in de pens van een koe en is onderdeel van de zogeheten korte koolstofkringloop, stelt de NMV: een gesloten kringloop waarbij methaan in 12 jaar omgezet wordt naar CO2.
Deze CO2 wordt vervolgens als voedingsstof opgenomen door gewassen zoals gras en de koe eet dat gewas weer op. Dit maakt de kringloop sluitend. Daarom zorgt de veestapel niet voor een toename van de methaanconcentratie in de atmosfeer, aldus de belangenorganisatie. Bovendien wijst de NMV op een recent verschenen onderzoeksrapport van de NASA waaruit blijkt dat de toegenomen methaanconcentraties vooral zijn toe te schrijven aan de gas- en olie-industrie en emissies vanuit moerassen en rijstvelden in de tropen.
'Zeer inconsistent'
“Het is zeer inconsistent om enerzijds de tijdelijke vastlegging van CO2 in voedergewassen niet mee te nemen en vervolgens de tijdelijke uitstoot van methaan wel. Dit resulteert in een verkeerd beeld van de werkelijke ‘carbon footprint’ van een melkveebedrijf. En zorgt bovendien voor een onevenredig grote taakstelling voor melkveehouders”, aldus Harm Wiegersma, voorzitter van NMV. Het is volgens de NMV essentieel dat dit gecorrigeerd wordt. “Ze dienen beide meegenomen te worden, of beide niet.”
Monovergisting
NMV spreekt zich nadrukkelijk uit tegen monovergisters. Volgens de boerenvakbond zijn die niet rendabel en past dit absoluut niet in de vraag naar betere kringlooplandbouw. De benodigde bedrijfsomvang én het feit dat de koeien er voor op stal gehouden moeten worden staat bovendien haaks op de maatschappelijke wens.
Daarbij is koolstof in mest ook het energiecomponent voor het gewas. Dat heeft zij naast het eiwitelement stikstof nodig om in balans te kunnen groeien. Als de koolstof vervolgens in de vergister verdwijnt, is dit niet in lijn met het doel om organische stof in de bodems te verhogen. Het omgekeerde zal dan eerder het geval zijn, waarschuwt de NMV.
Minder kunstmest, meer dierlijke mest
Waar in de ogen van de NMV wel veel emissiereductie te halen valt, is via het vervangen van kunstmest door dierlijke mest. De productie van kunstmest gaat gepaard met een zeer hoog verbruik van fossiele brandstof. De NMV zou dan ook graag zien dat de derogatie wordt verlegd naar 300 kilo stikstof uit dierlijke mest op grasland. Hierdoor kan meer rundveemest benut worden en kan fors bespaard worden op kunstmest.
Tevens wordt hiermee het telen van grasland gestimuleerd, wat zorgt voor meer CO2 vastlegging en waardoor de melkveehouderij sneller zal voldoen aan haar eigen eiwitvoorziening. Hierdoor is minder import van soja nodig, wat ook weer bespaard op CO2 uitstoot. Het is in de ogen van NMV niet uit te leggen dat binnen het huidige mestbeleid melkveehouders gedwongen worden dierlijke mest af te voeren om vervolgens weer kunstmest aan te voeren.
Verder ondersteunt NMV de stimulering van duurzame energieopwekking middels zonnepanelen en windenergie.