Met data en sensoren -25 dagen tussenkalftijd en voerefficiëntie van 1,38 naar 1,45
Een jaar geleden startte ZLTO, Connecterra en AgroVision een project rondom data en sensoren in de melkveehouderij. „We willen weten hoe deze systemen in de praktijk werken. En dit aangevuld met ons eigen Opticow programma vertalen naar de dagelijkse praktijk van melkveehouders”, legt Yvonne Daandels van de ZLTO uit.
De koeien op de betrokken bedrijven dragen een ‘fitbit’ om inzicht te krijgen in gedrag en metabolische ziekten in de veestapel. De verzamelde data gecombineerd met voer en melkdata moeten de melkveehouder helpen zijn bedrijfsdoelen te bereiken. De installatie van de fitbits op het melkveebedrijf is de eerste stap voor het ophalen van informatie van de individuele koeien. Er is gekozen om alleen koeien deel te laten nemen die zich in de periode van 8 weken voor tot 16 weken na afkalven bevinden. Dit om vooral de risicogroep te volgen en hier een verbeterslag te maken. In januari 2018 werden in dit kader bij het laatste melkveebedrijf de sensoren omgehangen. Verdeeld over zeven deelnemende bedrijven zijn nu in totaal 400 sensoren in gebruik.
Meetpunten
Bij iedere melkveehouder worden door de drie betrokken partijen drie gesprekken/metingen gehouden; een nul-, tussen-, en eindmeting. Bij de nulmeting aan het begin van het project zet iedere melkveehouder een aantal doelstellingen op papier. Bijvoorbeeld een verlaging van de tussenkalftijd. Na een aantal maanden worden in de tussenmeting deze doelstelling(en) besproken en het project geëvalueerd. Tijdens de tussenmeting geven de deelnemers feedback op het systeem van zowel Connecterra als Agrovision. De meldingen worden hierdoor steeds betrouwbaarder. Een melkvee adviseur vanuit ZLTO haakt aan om de gegevens te vertalen naar de praktijk en geeft praktische handvaten zodat de veehouder gerichte stappen kan zetten om zijn doelstelling(en) te bereiken.
Herkenning
Op dit moment herkent de sensor onder andere tocht, kreupelheid, mastitis en andere infecties en ziektes die gepaard gaan met gedragsverandering van de koe. Yvonne Daandels: „Tijdens het project constateren we dat ziektes ongeveer 24-48 uur eerder ontdekt worden dan normaal. Verder meet de sensor de voerefficiëntie per koe, met behulp van de Voerwinstmonitor van Agrovision.
Kengetallen
Bij drie van de zeven bedrijven hebben de laatste gesprekken plaats gevonden en is het project succesvol afgerond. Om de voortgang van doelstellingen te meten zijn een aantal kengetallen gemonitord. Zo is de algehele vruchtbaarheid op de deelnemende bedrijven verbeterd. Dit openbaart zich in een daling van de tussenkalftijd van maar liefst 25 dagen. De voerefficiëntie op de drie bedrijven waar het project is afgesloten steeg van 1,38 naar 1,45 (exclusief jongvee) „Elke tiende punt stijging in voerefficiëntie levert de veehouder 8.500 euro op”, wijst Daandels op het belang van deze resultaten.