Verband tussen verloop ketose en vruchtbaarheid aangetoond
Het praktijkonderzoek op 35 melkveebedrijven in de Benelux werd uitgevoerd door een student van de Universiteit Utrecht, in opdracht van farmaciebedrijf Elanco en Delaval. Uit het onderzoek bleek dat koeien met ernstige ketose (ook wel slepende melkziekte genoemd) 54 procent meer kans hadden op vroegembryonale sterfte dan dieren die weinig last van ketose hadden. Ook het aantal dagen na afkalven dat de koeien ketose kregen was van invloed. Zo nam elke dag dat ketose later begon, het risico op vroegembryonale sterfte met zeven procent af.
Het ketose-verloop had ook invloed op de kans op verwerpen. Zo hadden koeien met een ernstige vorm van ketose 58 tot 61 procent meer kans op verwerpen. Ook lag de kans op verwerpen lager bij koeien die later na afkalven ketose kregen, namelijk één procent minder kans op verwerpen voor elke dag dat ketose later begon. Koeien die langer ketose hadden, hadden ook meer kans op verwerpen. Voor elke dag dat ketose langer duurde, lag de kans op verwerpen één procent hoger.
Herd Navigator
De student maakt voor zijn onderzoek gebruik van Herd Navigators van Delaval, die op de bedrijven aanwezig waren. Een Herd Navigator onderzoekt een melkmonster van elke individuele koe tijdens het robotmelken op bètahydroxyboterzuur (BHB), om de mate van ketose te bepalen. Ook meet en monitort het apparaat het progesterongehalte van de koeien die zijn geïnsemineerd. Daarmee kunnen vroegembryonale sterftes en verwerpers worden opgespoord.