Kabinet trekt 72,9 miljoen euro uit voor mestbeleid

Voor kunstmestvervanging en mestverwerking stelt het kabinet 5,8 miljoen beschikbaar. Deze subsidieregeling is voor verwerkingsinstallaties die mest tot mestproducten verwerken en daarmee stikstofkunstmest vervangen. De nieuwe meststof heeft voordelen voor het reduceren van de emissie van broeikasgassen en stikstof.

Voor de subsidieregeling behoud grasland is 52,6 miljoen euro gereserveerd. Deze subsidie is voor landbouwbedrijven die gebruikmaken van derogatie. Het doel van deze regeling is om het aantrekkelijker te maken om grasland te behouden zodat de waterkwaliteit niet achteruitgaat.

Daarnaast wordt met deze regeling voorzien in een tijdelijke tegemoetkoming in de extra kosten die deze bedrijven moeten maken door de versnelde afbouw van derogatie. In totaal is hier meerjarig 130 miljoen euro voor beschikbaar gesteld.

Afromen rechten

Ondanks dat het kabinet demissionair is, zit het niet stil. Zo werkt minister Adema de mogeiljkheden uit om het afromen van het afromen van fosfaat- en dierrechten bij overdracht buiten de familiaire sfeer ten behoeve van doelbereik. Een grondgebonden melkveehouderij draagt bij aan de omschakeling naar kringlooplandbouw en specifiek aan het verbeteren van de waterkwaliteit, minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, bodem/klimaat (koolstofvastlegging), biodiversiteit en dierenwelzijn (weidegang)', aldus Adema.

Daarom wordt de invoering van grondgebondenheid ter implementatie van het addendum bij het 7^e actieprogramma Nitraatrichtlijn uitgewerkt.

Doelsturing

Naast het budget voor mest, wordt er tien miljoen euro extra uitgetrokken voor de omslag naar doelsturing op boerenbedrijven. Daarmee komt de demissionaire minister ook tegemoet aan de wens van de Kamer om te starten met een stoffenbalans.

Het kabinet investeert de komende jaren in de ontwikkeling van meetsystemen in combinatie met forfaitair berekenen van emissies op bedrijfsniveau en de verdere ontwikkeling en uitrol van KPI’s (kritische prestatie indicatoren) voor kringlooplandbouw. Op deze manier kunnen duurzaamheidsprestaties van boeren beter inzichtelijk gemaakt worden. Deze inzichten kunnen op termijn de basis vormen voor certificering van duurzame landbouwproductie, voor doelsturing, normeren en beprijzen en/of het vergoeden vanuit markt en overheid.

Landbouwminister Adema nodigt de ketenpartijen en boerenorganisaties uit om met de overheid na te denken over doelsturing en om te investeren in ontwikkeling van het systeem in de praktijk. Voor de melkveehouderij wordt daarbij verkend of kan worden voortgebouwd op de kringloopwijzer.

Zorgvuldig omgaan met landbouwgrond

Om toe te kunnen werken naar een grondgebonden melkveehouderij, is grond belangrijk. Het kabinet vindt het nodig dat de functiewijziging van landbouwgrond zorgvuldig wordt afgewogen. Daarom is er de afgelopen tijd, parallel aan het landbouwakkoord, gewerkt aan een afwegingskader 'zorgvuldig omgaan met landbouwgrond'. Dit instrument zal opgenomen worden in het ontwerp van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en in een update van de handreiking gebiedsprogramma's. Deze zal in het laatste kwartaal van dit jaar aan de Kamer worden gestuurd.