Maïsoogst op gang: Beoordeel op schimmels en afwijkingen voordat je hakselt
Laat je niet verrassen door opbrengst- en kwaliteitsdervende schimmels
Haksel je maïs op het juiste moment
Op veel velden tonen de drogestofanalyses dat de maïs oogstrijp is. Streefdoel moet tussen de 34 en 38% drogestof zijn in de meeste gevallen. Zeker bij de vroeg gezaaide percelen en vroege rassen is dat moment nu aangebroken. Indien je dit nog niet hebt gedaan: Ga zeker je maïs controleren om optimale kwaliteit te oogsten. Met de huidige weersomstandigheden gaat de afrijping snel en kan er op 1 week makkelijk 4-5% DS bijkomen. Zowel te vroeg (<33% ) als te laat (>40% ) oogsten betekent kwaliteitsverlies en/of minder goede bewaring. POWERCELL- rassen van Syngenta hebben bij de oogst het voordeel dat u een iets ruimer oogstvenster heeft door de stay-young eigenschappen (rijpe kolf op een gezond blijvende plant).
Check percelen op schimmels en kop- en builenbrand
Builenbrand komt ook dit jaar voor. De sporen blijven achter op het veld en kunnen ongeveer vier jaar in de grond overleven. Op die velden waar veel aantasting is en volgend jaar terug maïs komt is het aangewezen te kiezen voor een tolerant ras om opbrengstderving en kwaliteitsverlies te voorkomen. Gebruik bij een aantasting altijd een inkuilmiddel.
Kopbrand (niet te verwarren met builenbrand) steekt in de gevoelige regio’s weer de kop op. Wees hier alert op! De sporen van kopbrand kunnen zich sterk verspreiden en kunnen net als builenbrandsporen lang in de grond overleven. Voorkomen is hier beter dan genezen. Kopbrandtolerante maïsrassen bieden een goede garantie om deze ziekte te beheersen.
Pas op voor schimmelvorming door meerkolvigheid
Dit jaar zien we bij bepaalde maïsrassen ook opvallend meer vingerkolven en meerkolvigheid. Meerdere (goede) kolven op 1 plant ziet men meest aan de buitenrijen en dit is verder niet nadelig. Vingerkolven (meerdere kolven, deels nietontwikkeld, zie foto) zijn wel storend en kunnen een bijkomende bron zijn van schimmelvorming. Beter is te kiezen voor rassen die dit fenomeen niet vertonen.