Met alleen veevoer uit de regio zijn klimaatdoelen 2030 haalbaar

Onderzoekers van de UvA hebben recentelijk geconcludeerd dat de depositie van stikstof na 300 meter niet langer kan worden toegeschreven aan een specifieke stal. Dit resultaat volgde op een onderzoek in opdracht van het Mesdag Zuivelfonds.

Na 300 meter is de stikstofdepositie bijna niet meer te relateren aan een stal. Dat blijkt uit het lang verwachte stikstofonderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) in opdracht van het Mesdag Zuivelfonds.

85 melkveehouders hebben zich aangemeld voor de stoppersregeling LBV en LBV+. Van de 492 veehouders die zich in totaal aanmeldden, is bijna de helft actief in de varkenshouderij.

Terug naar de basis: een logisch landbouwbeleid. Dit zou zomaar de naam kunnen zijn van het document dat we onlangs hebben opgesteld in samenwerking met zeven belangenbehartigers van de melkveehouderij. We hebben vooral gezocht naar positieve energie.

Voor het eerst in bijna vijftien jaar is er weer blauwtong uitgebroken. Het betreft een voor Nederland nieuw serotype en het is niet uit te sluiten dat de uitbraak net zo grootschalig wordt als in 2006-2007. Nederland is de blauwtongvrije status kwijt.

Broei veroorzaakt een groot verlies aan voederwaarde in ruwvoer. De smakelijkheid en voeropname door de koe loopt terug en de kans op verkeerde bacteriën, schimmels en gisten neemt toe. Hoe krijg je ruwvoer zo fris mogelijk voor het voerhek?

Willem’s-Hoeve drukt al jaren een duidelijke stempel op de Holstein-fokkerij. Met de Rita’s boekte familie De Jong uit Buren (GD) veel successen. Maar ook in de tijd van genomicsfokkerij doet de koefamilie volop mee. In de top zijn altijd Rita’s te vinden

Door de hoeveelheid voer in een bepaalde regio leidend te laten zijn voor het aantal dieren dat in dat gebied gehouden kan worden, liggen de klimaatdoelen voor 2030 binnen handbereik. Bij een dergelijke koppeling halveert de ammoniakuitstoot.

Wat afbouw van derogatie betekent, begint onderhand pijnlijk duidelijk te worden. Aan het eind van het groeiseizoen nog mest afvoeren is heel lastig en kan heel duur uitpakken, zo ondervindt een grote groep melkveehouders.

Met regelmaat kom ik berichten tegen die maar halve verhalen vertellen en daardoor de waarheid flink uit het verband halen. Op het NOS Journaal was te horen dat stichting Natuur en Milieu een onderzoek had gedaan naar de verontreinigingen in het water.

Wereldwijd wordt de Nederlandse landbouw gezien als voorloper. Is er sprake van een innovatiekracht of spelen er andere factoren een rol waarom Nederland vooroploopt? Volgens landbouwdeskundige Gé Backus zijn we minder innoverend als we denken.

Het ‘stikstofprobleem’ omzetten naar een oplossing voor de energietransitie. Het lijkt te mooi om waar te zijn. Toch lijkt het dichterbij dan gedacht. Ammoniak blijkt juist een hele goede drager te zijn van energie en kan als brandstof dienen.

Ruim 35 melkveehouders in Nederland gebruiken het biologisch middel Kopros. Daarmee willen ze de ammoniakuitstoot van stallen verlagen. Het middel heeft echter nog geen RAV-factor en is nog niet door de politiek erkend als effectieve remedie.

Melkveehouders Wendy Evers en Koen van Schriek bouwden een ronde vrijloopstal. Het is het winterverblijf voor hun 110 melkkoeien. Met de nieuwe stal is aan een grote wens van hen voldaan: drijfmest is grotendeels verleden tijd.

Ik heb mijn toko ooit Boerenverstand genoemd. Waarom? Omdat de integrale kennis die boeren hebben van voedselproductie, van de bodem, van de omgang met dieren, steeds schaarser begint te worden in ons land.

De mogelijkheden om organische mest te gebruiken als vervanging voor kunstmest moeten worden uitgebreid. Het huidige oppervlak grasland voor de melkveehouderij moet worden vergroot.

Uit een wereldwijde vergelijking van de ecologische voetafdruk van melk blijkt dat Vlaanderen de meest klimaatvriendelijke melk ter wereld produceert. Nederland staat met een uitstoot van 1,17 kilogram CO2-equivalenten op de vierde plaats.

Het ruwvoeder wel of niet zelf inkuilen? Dit is een terugkerende vraag bij melkveehouders. Het antwoord luidt meestal: (deels) uitbesteden aan de loonwerker. De kosten van eigen mechanisatie en het gebrek aan ‘handjes’ vormen veelal een knelpunt.

Janek Böschen verloor acht jaar plotsklaps zijn vader en stapte op 19-jarige leeftijd het melkveebedrijf binnen. Dat bedrijf was in de jaren ervoor gegroeid naar 1.200 koeien, maar de resultaten vielen tegen. Een indringende bedrijfsanalyse volgde.