De plek van Nico Captein
‘Ik ben graag aan het werk in de melkput. Daar moet je het tenslotte ook mee verdienen. En al gaat het niet altijd allemaal vanzelf, het geeft me toch een soort innerlijke rust, regelmaat aan de dag. De helft van de melk gaat naar onze kaasmakerij, waar mijn vrouw Magdalène en zoon Frank er elke ochtend kaas van maken.
Ik melk twee keer per dag in verschillende samenstellingen, want mijn zoons Kees en Frank en schoondochter Femke draaien hier ook in mee, er zijn vele variaties mogelijk. Ik begin om half 5 en dan ’s middags volgt de tweede keer rond half 4. En een verstelbare vloer is niet nodig, want we zijn allemaal ongeveer even lang. We zijn wel gek van een muziekje hier, de radio staat altijd aan. Meestal staat ie op radio 2. Gelukkig hebben we zo’n beetje dezelfde muzieksmaak.
De melkput is wel heel belangrijk voor me. Je ziet in een oogopslag hoe de koeien erbij staan. En melken heeft ook een positieve invloed op me. Het is heel gek; al ben je een beetje moe, als je eenmaal in de put staat dan knap je er gewoon weer van op! Ik heb dat al wel van meer melkveehouders gehoord, hoe het komt weet ik niet. Het was zeven jaar geleden met de nieuwbouw dan ook geen discussie of er weer een melkstal in de nieuwe stal zou komen. Ieder zijn ding, maar hier waren we het meteen over eens. Wij zien alleen maar voordelen van een melkstal.’
Tekst: Susan Rexwinkel
Beeld: Susan Rexwinkel