Met alleen veevoer uit de regio zijn klimaatdoelen 2030 haalbaar
Nederlandse veehouders importeren veel veevoer, waardoor de productie van voer en het houden van vee geen directe korrelatie met elkaar hebben. Het voer wordt in de ene regio verbouwd en in een andere regio eten de dieren het op, wat leidt tot een opeenhoping van voedingsstoffen in Nederland.
Koppeling herstellen
Ben Selm, één van de betrokken onderzoekers merkt op: „Het opnieuw koppelen van veehouderij aan voederproductie creëert een natuurlijk plafond voor de veestapel. De hoeveelheid geproduceerd voer bepaalt hoeveel varkens, runderen en pluimvee er in een bepaalde regio gehouden kunnen worden.
Een belangrijk gevolg van het (opnieuw) koppelen van vee en voer is dat de veestapel krimpt. Voor rundvee en schapen is dit beperkt, omdat Nederland beschikt over een groot areaal grasland dat alleen door runderen en schapen benut kan worden. De beschikbare hoeveelheid bouwland voor de teelt van varkens- en kippenvoer daarentegen is beperkt wat kan leiden tot een halvering van de veestapel.
De hoge veedichtheid in Nederland ( de hoogste van Europa) zorgt voor een overschot aan nutriënten in dierlijke mest. Wat vervolgens weer leidt tot grondwaterverontreiniging en de uitstoot van broeikasgassen en ammoniak. Met als uiteindelijk resultaat een hoge stikstofdepositie die schade toebrengt aan natuurgebieden.
Natuurlijk plafond
Met de in het onderzoek beschreven veestapel produceren de Nederlandse veehouders voldoende vlees om de dierlijke voedselconsumptie op peil te houden. Dit kan niet wanneer in Nederland de keuze wordt gemaakt om zoveel mogelijk bouwland te gebruiken voor de teelt van voedselgewassen. Een halvering van de vleesconsumptie is dan nodig om Nederland lokaal en regionaal te voeden.
„Het opnieuw koppelen van de veehouderij en de voederproductie is een logische volgende stap naar het creëren van een meer circulair voedselsysteem in Nederland”, legt onderzoeker Imke de Boer, uit. „De hoeveelheid land voor voerproductie is dan een natuurlijke plafond voor het aantal dieren dat je kunt houden in Nederland."
De onderzoekers van WUR hebben een voedselsysteemmodel genaamd FOODSOM gebouwd dat ze hebben gebruikt om vier scenario's door te rekenen. „Onze verkenningen van het voedselsysteem kunnen beleidsmakers gebruiken om het voedselsysteem te hervormen”, aldus De Boer.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: WUR