Minister treft vooralsnog geen aanvullende vervoersbeperkingen in tegen blauwtong

Direct na het bekend worden van de besmetting heeft Adema de Deskundigengroep Dierziekten om een inschatting van de epidemiologische situatie gevraagd. De deskundigen lieten in een eerste reactie weten dat het op basis van de huidige gegevens moeilijk is een betrouwbare inschatting te maken van aantal besmette bedrijven en de omvang van het besmette gebied.
Invloed van transport op de verspreiding moeilijk te voorspellen
Knutten brengen het virus van dier naar dier. Zij verspreiden zich, afhankelijk van de hoeveelheid wind, over korte afstanden. Door besmette herkauwers te verplaatsen naar een nog niet besmet gebied kan het virus zich na een beet van knut alsnog in dat gebied gaan verspreiden. Het kan ook gebeuren dat niet alleen besmette koeien, maar ook besmette knutten via veetransporten naar niet besmet gebied worden gebracht. Het beperken van het diertransporten naar onbesmet gebied kan de verspreiding van het virus dus zeker vertragen. Hoe groot de invloed van het instellen van vervoersbeperkingen op de verspreiding van het virus is, is echter moeilijk te voorspellen.
De groep van deskundigen legt dat in haar advies uit aan de hand van een tweetal scenario’s. In een optimistisch scenario, is het besmette gebied beperkt tot midden Nederland. In dat geval zal
een vervoersverbod van herkauwers, een positieve bijdrage leveren aan het vertragen van de verspreiding van het virus. Terwijl in een pessimistisch scenario, het besmette gebied al aanzienlijk groter is dan nu bekend. In dat geval zal een vervoersverbod maar een zeer beperkte bijdrage leveren aan het vertragen van de virusverspreiding binnen Nederland.
Daarnaast spelen ook de seizoenen een rol bij de verspreiding van het virus via knutten. Naar verwachting zal het aantal infecties vanaf eind oktober/begin november afnemen omdat de omstandigheden voor de knutten dan ongunstiger worden, maar het precieze verloop daarvan hangt af van het weer (temperatuur).
Besmet gebied breidt snel uit
De groep deskundigen kan op basis van de huidige beschikbare gegevens nog geen betrouwbare schatting maken van het aantal besmette bedrijven of de omvang van het gebied waarin het blauwtongvirus rondwaart. Aan het opbouwen van de infectie tot het huidige niveau gingen meerdere knutten-cycli vooraf. De verwachting is dan ook dat de infectie al minstens 1,5 tot 2 maanden in Nederland aanwezig is. Samen met de huidig waargenomen verspreiding betekent dit dat de kans groot is dat het besmette gebied nu al groter is dan 25 kilometer vanaf het centrum van de nu bekend besmette bedrijven, concludeert de groep van deskundigen.
Testen op antilichamen
De groep deskundigen adviseert de minister beschikbare tankmelkmonsters en bloedmonsters van rundvee en kleine herkauwers te testen op de aanwezigheid van antilichamen tegen het blauwtongvirus. Door monsters uit het hele land te onderzoeken kan meer inzicht verkregen woorden in de mate van verspreiding van blauwtong over Nederland. Door in het nu getroffen gebied de monsters uit juli en augustus te onderzoeken, kunnen de onderzoekers vast stellen hoe lang het virus al in Nederland aanwezig is.
Onderzoek naar de knutten soorten moet duidelijk maken welke soorten het virus bij zich dragen en welke verschillen en overeenkomsten er zijn met de situatie uit 2006-2009.
Praktische tips voor veehouders
In het verslag dat de groep van deskundigen uitbracht aan minister Adema namen zij ook een aantal maatregelen op die veehouders kunnen nemen om de hun dieren te beschermen en verspreiding van het virus te voorkomen.
Wat te doen om dieren te beschermen
- Geen dieren aanvoeren uit besmet gebied;
- Contacten van hun dieren met het nu bekende besmette gebied beperken. Daarbij kunnen veehouders denken aan het niet meer uitscharen van vee in besmet gebied, geen vervoer van dieren naar besmet gebied en niet met dieren naar shows gaan;
- Het veel en vaak toepassen van repellents en insecticides om insecten beten te voorkomen en bijtende insecten te doden;
- Het opstallen van vee in goed geventileerde stallen;
- Vaccinatie zou een optie zijn ware het niet dat tegen het vastgestelde serotype nog geen vaccin beschikbaar is.
Wat te doen om verspreiding van blauwtong te voorkomen
- Beperk het aantal dierverplaatsingen;
- Vermijd verzamelplaatsen als beurzen en keuringen;
- Vaccineren. Maar zoals hierboven aangegeven is dat nu geen optie omdat een goed werkend vaccin ontbreekt.

Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ingrid Sweers
Bron: Tweede Kamer