Column: Tweede jaar, tweede weidestrategie, tweede snede
Vorig jaar gingen de koeien direct bij de eerste snede de wei in. Het idee erachter was dat we de koeien op tijd konden opstallen, zodat de mest in het najaar in de put valt en niet meer uitspoelt. Uiteindelijk hielden we de koeien alsnog vrij lang buiten, omdat ze juist in het najaar fanatieker begonnen te weiden. Dit jaar beginnen we daarom juist wat later met weiden. Door de koeien later in het jaar te laten weiden, kunnen we de gehele, kwalitatief hoogwaardige eerste snede inkuilen.
Roterend standweiden
Ook de manier van weiden veranderde dit jaar. Mijn vader heeft in het verleden diverse weidestrategieën toegepast. Hij deed al aan omweiden, standweiden en stripgrazen. Die laatste variant leverde de beste melk- en grasproductie op, weet hij nog, maar het kostte wel enorm veel arbeid. Standweiden was het andere uiterste; arbeidsvriendelijk, maar het land bracht minder opbrengst op en de melkproductie lag lager. In de zomer van vorig jaar stond een artikel in het vakblad Melkvee, waarin topmelker Cees de Jong sprak over zijn weidestrategie: roterend standweiden. Interessant, dacht ik, en helemaal toen een maand later bleek dat De Jong als één van de twee weiders de top 10 van de Nederlandse MPR-jaarstatistieken bereikt had.
De schrikdraadhaspels werden daarop deze winter onder een laag stof vandaan gehaald, er werden extra haspels gekocht (waar overigens een enorm prijsverschil in zit) en er werd extra schrikdraad gekocht. Na de oogst van de eerste snede gingen de koeien begin mei de wei in om de randen te begrazen, die de cyclomaaier van de loonwerker had overgeslagen.
Goede start
Enkele dagen later werd de wei met tijdelijke afrasteringspaaltjes verdeeld in vijf gelijke percelen. Sindsdien lopen de koeien iedere dag in een nieuw, kleiner perceel. De koeien vreten zich direct rond en hoeven daarvoor lang niet zo’n grote oppervlakte af te lopen. Het kost wat meer werk dan standweiden, maar vooralsnog zijn wij tevreden. Een betere start dan vorig jaar!