Schouten sluit extra generieke korting niet uit
Dat schrijft ze in een brief met antwoorden op vragen van politieke partijen, naar aanleiding van het Schriftelijk Overleg over de stand van zaken met betrekking tot fosfaatrechten.
Heel waarschijnlijk is een extra generiek korting niet. In 2017 produceerde de Nederlandse melkveesector volgens een prognose van het CBS nog 85,2 miljoen kilo fosfaat, waarmee de productie nog boven het fosfaatplafond voor de sector lag. Op basis van het eerste kwartaal van 2018 verwacht het CBS in 2018 een fosfaatproductie van 83,3 miljoen kilo fosfaat, waarmee de fosfaatproductie onder het sectorplafond lijkt te komen.
Een extra generieke korting zou daarbij een laatste redmiddel zijn. Bij een dreigende overschrijding van het fosfaatproductieplafond treedt Schouten eerst in overleg met betrokken sectorpartijen. Daarin zouden andere oplossingen aan bod kunnen komen. De fosfaatrechten die in de fosfaatbank komen door afroming bij verhandeling, zouden dan bijvoorbeeld ook een oplossing kunnen bieden.
Wanneer blijkt dat de melkveehouderij juist fors minder produceert dan het volgens het sectorplafond mag, dan gaat de minister ook in overleg met sectorpartijen over de te volgen koers.
Geen fosfaatrechten kalfloos vleesvee
In de brief licht Schouten verder kort toe hoe onderscheid gemaakt kan worden tussen jongvee in de melkveehouderij, waarvoor fosfaatrechten nodig zijn en jongvee in de vleesveesector, waarvoor die rechten níet nodig zijn: „Wanneer het jongvee gehouden wordt met de bedoeling om ooit een kalf te krijgen, moet de ondernemer fosfaatrechten voor het dier hebben. Voor jongvee dat nooit zal afkalven en dus alleen gehouden wordt voor de productie van vlees, zijn geen fosfaatrechten nodig.”
‘Zeldzaam ras produceert ook fosfaat’
Diverse partijen sprongen in de lijst met vragen in de bres voor houders van zeldzame en bijzondere runderrassen. Zij vroegen onder meer of deze zeldzame rassen buiten het stelsel van fosfaatrechten konden blijven of dat zij met een ander excretieforfait beoordeel konden worden, omdat zij over het algemeen minder melk produceren. De minister ziet daartoe geen aanleiding: „Ik heb geen reden om aan te nemen dat een zeldzaam ras bij dezelfde melkproductie minder fosfaat produceert. Daarbij heeft een houder van een laagproductief ras volgens tabel 6 van het mestbeleid sowieso al minder fosfaatrechten per koe nodig.”
Over de invulling van de fosfaatbank kan Schouten in de brief nog niet veel concreets zeggen: „De fosfaatbank is een manier om grondgebondenheid en jonge landbouwers te stimuleren. Die regeling is nog in ontwikkeling. Voor deelname aan die regeling zal niet vereist zijn dat deelnemers in de knel moeten zitten vanwege het fosfaatrechtenstelsel.”
Tegen de fosfaatrechtenbeschikkingen zijn inmiddels 6.000 bezwaarschriften ingediend, blijkt uit de brief. 2.400 melkveehouders hebben een aanvraag gedaan voor de knelgevallenregeling.