‘Meer dan 40 procent van het landbouwareaal moet blijvend grasland zijn’
De Nederlandse melkveehouderij heeft geen behoefte aan nieuwe instrumenten van de politiek om de omvang van de veestapel te reguleren, zoals beschreven staat in het document met de titel ‘De melkveehouderij van de toekomst’. „Er zal de komende jaren al een afname van het aantal koeien plaatsvinden door bestaand beleid”, stelt NMV-voorzitter Henk Bleker. Hij was de voorzitter van de groep van zeven landbouworganisaties, waaronder Agractie, DDB, LTO Nederland, De Natuurweide, NAJK, NMV en Netwerk Grondig, die het document hebben opgesteld.
Op dit moment zijn er ongeveer 15.000 melkveebedrijven met een gemiddelde van 107 koeien per bedrijf. Door opkoopregelingen en het afromen van fosfaatrechten verwachten de melkveehouderij-organisaties dat het aantal melkkoeien tot 2035 met 15 tot 20 procent zal dalen. De agrarische belangenorganisaties beschouwen deze afname van het aantal melkkoeien als ongewenst, omdat dit de kracht van de melkveeketen en het inkomen van melkveehouders bedreigt. Bleker: „Generieke kortingen werken averechts, omdat ze alle bedrijven treffen, inclusief jonge bedrijven en bedrijven die willen investeren en innoveren.”
Kosten niet bij de boer
De kosten van klimaat- en milieumaatregelen en de overgang naar een duurzamere Nederlandse melkveehouderij mogen niet alleen bij de melkveehouders worden neergelegd, aldus de belangenbehartigers in het document. Daarom moeten er duidelijke afspraken en systemen (waaronder prijsgerelateerde) worden gemaakt, zodat melkveehouders ten minste hun kosten kunnen dekken (inclusief arbeidskosten) voor deze transitie. Dit is volgens Bleker noodzakelijk om de kosten van vergroening in de melkveehouderij te dragen. „Juridische zekerheid die rekening houdt met de diversiteit van de sector is hierbij van essentieel belang.”
In het lobbydocument pleiten de organisaties ook voor het verruimen van de mogelijkheden om organische mest te gebruiken ter vervanging van kunstmest. „We vragen de overheid om snel beleidsaanpassingen door te voeren, zodat er ruimte komt voor organische mest (en meststoffen op basis van organische mest) in plaats van kunstmest.”
Meer grasland
Bovendien roepen de boerenorganisaties de politiek op om het behoud van het graslandareaal te bevorderen. Het behouden en uitbreiden van grasland moet ervoor zorgen dat de melkveehouderij op een kosteneffectieve en waardevolle manier haar milieudoelstellingen kan halen. Om dit te bereiken, zet de melkveehouderijsector zich in voor meer agrarisch natuurbeheer met perspectief voor natuur en melkveehouders, langdurige pacht- en huurcontracten en het behoud van grond voor de melkveehouderij in het geval van opkoop. Ook vanuit Europa wordt hierop aangestuurd, aldus de belangenbehartigers. Een Europese verordening schrijft voor dat 40,97 procent van het landbouwareaal in Nederland blijvend grasland moet zijn.
Het document bevat niet veel details en formuleert vooral wensen op hoofdlijnen. „We hebben hiervoor gekozen om alle betrokken organisaties de ruimte te geven om hun eigen accenten te leggen,” aldus Bleker.