Kleine keuring met veel kwaliteit
Broers Steegink verdelen de prijzen in Espelo
Echt plaatselijke keuringen zijn er niet veel meer in Nederland, maar Espelo is een van de weinigen die stand heeft gehouden. De keuring kampte de laatste jaren wat met een gebrek aan publieke belangstelling. Jammer, want er valt elk jaar te genieten van een hoog niveau. Vandaar dat het bestuur zocht naar een manier om de aanloop van het publiek te vergroten. Die lijkt gevonden met het organiseren van de keuring op dezelfde dag als de oldtimer hakseldag die tweejaarlijks plaatsvindt op een terrein aan de overzijde van het keuringsterrein.
Het was zondag 3 september gezellig druk langs de ringen, waarin de deelnemers een visitekaartje voor de Nederlandse melkveehouderij afgaven. Want de kwaliteit was als vanouds hoog in Espelo waar de strijd om de hoofdprijzen regelmatig uitdraait op een broederstrijd tussen de stallen van Jan en Wim Steegink. De overige deelnemers nemen echter ook veel kwaliteit mee, zodat de keuring ook in de breedte van hoog niveau is.
Oudste koeien eerst
De keuring onderscheidt zich niet alleen vanwege de keuringsdag van andere keuringen. Al jarenlang wordt in elke rubriek niet alleen een lintje uitgereikt voor de beste uier maar ontvangt ook de koe met de beste benen er één. Een andere traditie is dat de oudste koeien als eerste in de ring komen in Espelo. Ook wordt er gekeurd in twee kleurslagen, waarbij opgemerkt moet worden dat daarvoor het aantal dieren per kleurslag het minimum wel heeft bereikt. De 35 roodbonten werden gekeurd in drie leeftijdsklassen, de 25 zwartbonten in twee.
De roodbonte senioren beten het spits af in Espelo met een goede eerste rubriek waarin een uitlopend kopnummer meteen voor vuurwerk zorgde. Niemeijers Johanna 39 van Wim Steegink en familie uit Holten stond er stralend voor en toonde zich zeer fraai van type. De zeer evenredig gebouwde Agent-dochter had ruimte tussen de parallelle, fijne voorbenen, diepe, open ribben met een prachtige welving, liep op beste benen en beschikte over een fantastische uier, lang, mooigevormd, best beaderd, hoog en breed van achteren en voorzien van een beste ophangband. Een raskoe met veel kwaliteit die meteen een voorschot op de titel nam.
Ze werd gevolgd door ’t Olde Nös Grietje 2883 van de familie Marsman uit Holten. De sympathieke Edelmut-dochter was wat kleiner dan haar voorgangster, maar zat goed in elkaar en beschikte over een beste uier die achter hoog en breed was aangehecht en liep op beste benen waarvoor ze de benenprijs zou winnen bij de oudere koeien. De familie Brandwagt uit Haarle nam voor het eerst deel in Espelo en legde beslag op de derde plaats met de mooitypische, diepgeribde Carnival-dochter Karin 93.
De rubriek hield goed aan tot de laatste koe. Riek 98 van de familie Stevens uit Holten moest genoegen nemen met die positie maar de Brown-Swisskruisling (Delta Ticket x Huray) was een zeer sympathieke koe met een mooi melktype en een fijne huid. Ze bezat een mooie, soepele uier, een lang kruis met een centraal geplaatste draaier en liep op beste droge benen. Een harde, productieve, functionele koe die iedereen graag in de stal zou hebben.
Ook de tweede rubriek bij de roodbonte senioren was van aanhoudend hoog niveau. Opvallend was het mooie type tot helemaal achteraan in de rubriek: evenredig gebouwde dieren met mooie overgangen, ruime voorhanden en diepe, gewelfde ribben. Steegink pakte ook hier de koppositie met de mooitypische Niemeijers Frida 332, een evenredig gebouwde, lange, diepe Jotan-dochter met beste benen. Brandwagt volgde met de imposante Trees 497, een Brandy-dochter met royale lengte-, breedte- en dieptematen met veel front. Niemeijers Johanna 38 van Steegink legde beslag op de derde plaats, een Ammo-P-dochter van mooi type met een beste uier.
De zes finalistes vormden een prachtige lineup in de roodbonte seniorenfinale, toch kon het kampioenschap niet ontgaan aan Niemeijers Johanna 39. De Agent-dochter straalde van kop tot staart en pakte onbedreigd de titel. De reservetitel was voor stalgenote Niemeijers Frida 332, de eervolle vermelding voor Trees 497.
Fraaie zwartbontkampioene
De zwartbonte seniorenklasse begon met een goede rubriek degelijk gebouwde tweedekalfskoeien. Op kop kwam Heerenbrink Bettie van Jan Steegink en familie uit Okkenbroek. De best ontwikkelde Chief-dochter had een diepe voorhand en een mooie middenhand maar schitterde vooral met haar fantastische, best beaderde, soepele uier. Ze werd gevolgd door Hendrika 715 van de familie Oosten uit Holten. Een harde King Doc-dochter met veel kwaliteit, evenredig en ruim gebouwd met een beste middenhand alsmede beste benen en een mooie, soepele uier met een scherpe ophangband in de hoge achteruier. Een krachtpatser met een fantastisch kruis met een centraal geplaatste draaier en sterke, rechte, parallelle voorbenen. Ze werd gevolgd door stalgenote Hendrika 717, een grote, sterke Pepper-dochter met een ondiepe, sterke uier.
Lees verder onder de foto
De tweede rubriek met de oudste senioren kende een prachtig uitlopend kopnummer met Niemeijers Hendrika 639 van Wim Steegink, afkomstig uit de diepe Hendrika-familie van buurman Oosten, die ver in de vorige eeuw in de FH-tijd al furore maakte op de centrale keuring van Overijssel en Drenthe in Ommen. De Malki-dochter toonde zich zeer fraai van type met prachtige overgangen, fijnheid in vel en botten en ruimte in het skelet. Een raskoe die was afgewerkt met beste benen en een hele beste uier.
Bontje 298 van Oosten kwam op de tweede plaats. De Headhunter-dochter is een evenredig gebouwde, goed afgewerkte vijfdekalfskoe met een mooi achter- en zij-aanzicht. Haar lange, sterke stalgenote Hendrika 673 legde beslag op de 1C-positie, een royaal ontwikkelde Twist-dochter met een beste middenhand. Een andere Hendrika, nummer 689 maakte eveneens veel indruk in deze rubriek. De Jetset-dochter is een harde, degelijke kwaliteitskoe, met een prachtige evenredige bouw, diepe ribben, beste benen en een mooie uier. Ze was nog erg vers en royaal in conditie waardoor ze niet in de voorste gelederen kwam, maar ze imponeerde wel.
De prijs voor de beste uier bij de zwartbonte senioren kon niet ontgaan aan Heerenbrink Bettie, die voor de beste benen was voor Niemeijers Hendrika 639. Die kreeg ook onbedreigd de kampioenstitel toegekend. Bettie werd reservekampioene en Bontje 298 kreeg de eervolle vermelding.
Lees verder onder de foto
Kleine middenklasse
De roodbonte middenklasse bestond slechts uit één kleine rubriek. De kwaliteit mocht er echter zijn. Kampioene werd de evenredig gebouwde Heerenbrink Coba 3016 van Jan Steegink. De goed ontwikkelde Jordy-dochter had een geweldige ribwelving, een sterke, ondiepe uier en beste benen. De reservetitel was voor stalgenote Heerenbrink Dolly Rae Jordy, eveneens een Jordy-dochter. Ze was groter en langer dan Coba en had een geweldige beste uier, die de uiertitel kreeg in de middenklasse. Marsman kreeg de eervolle vermelding voor de jeugdige, mooitypische ’t Olde Nös Willij 2896, een correct gebouwde Bart-dochter met een mooie, sterke, soepele uier en een best achterstel, die tevens de benentitel pakte in de middenklasse.
Jan Steegink domineert de vaarzen
De roodbonte vaarzenklasse bestond uit twee rubrieken. In de eerste rubriek die van voor tot achter was voorzien van beste achteruiers, kwam een best koptrio voorop. De 1A-positie was voor Heerenbrink Dolly Oly Rae 2 van Jan Steegink en familie. De Attraction-dochter, een halfzus van de reservekampioene van de middenklasse, is een evenredig gebouwde, sterke vaars met een ondiepe, lange, sterke uier. Stalgenote Alie 401 pakte de tweede plaats, een jeugdige Jordy-dochter met een ondiepe uier en droge benen met een mooi showtype. De 1C-positie was voor een dochter van de roodbonte seniorenkampioene, Niemeijers Johanna 48 van Wim Steegink en familie. De mooitypische Rubels-red-dochter is een beste vaars met een mooie uier.
Lees verder onder de foto
Ook in de tweede rubriek pakte Jan Stegink de koppositie, dit keer met Heerenbrink Jenny 228, een grote, best geuierde Attraction-dochter met een mooie middenhand en een scherpe ophangband in de beste achteruier. Broer Wim volgde met Niemeijers Johanna 45, een mooitypische Agent-dochter met een ondiepe, sterke uier. Wanda 94, een sterke, degelijke Sakai-dochter van Stevens met een brede achteruier en beste benen pakte de derde plaats voor de grote, sterke Bravenne Bertha 382 van de familie Scheperboer uit Holten, een Power-dochter met mooi gewelfde ribben en een beste achteruier.
De uierprijs bij de vaarzen was voor Heerenbrink Dolly Oly Rae 2, de benenprijs voor ’t Olde Nös Ria 3112, een Jordy-dochter van Marsman. Kampioene werd Heerenbrink Jenny 228. Ze kreeg als secondante Heerenbrink Dolly Oly Rae 2 , de eervolle vermelding ging naar Heerenbrink Alie 401, een ’clean sweep’ voor Jan Steegink en familie.
De vaarzenklasse bij de zwartbonten bestond slechts uit vier dieren. Die vormden wel een beste rubriek met een fraaie koploper. Jan Steegink pakte ook de zwartbonte vaarzentitel met Heerenbrink Butterfly 1. De Moovin-dochter heeft een fraai type met diepe, gewelfde ribben en mooie overgangen en is uitgerust met een fraaie, brede, best beaderde uier, die werd beloond met de uiertitel. Hendrika 736 van Oosten kreeg de reservetitel, een grote, jeugdige Pepper-dochter met een ondiepe uier. De eervolle vermelding was voor Berendje 49 van de familie Berghuis uit Heeten. De Lighthouse-dochter toonde zich een prachtige, jeugdige kwaliteitsvaars met een heel mooi type, een fijne huid en fijne botten. Ze liep op beste benen die beloond werden met de benenprijs. In achteruier schoot ze net even tekort ten opzicht van haar voorgangers om hogerop te kunnen komen.
Lees verder onder de foto
Indrukwekkende bedrijfsgroepen
De strijd om de titel voor de beste bedrijfsgroepen werd bij de vaarzen uitgevochten tussen drie indrukwekkende drietallen, in de algemene rubriek streden vijf mooie bedrijfscollecties om de eer. De titel bij de vaarzencollecties kon niet ontgaan aan Jan Steegink en familie. Hun drietal bestond uit het winnende trio van de vaarzenklasse, barstte derhalve van de individuele kwaliteit en paste ook nog eens goed bij elkaar.
De strijd om de reservetitel was een stuk spannender en ging tussen de drietallen van Wim Steegink en familie en de familie Stevens. Twee uniforme drietallen met goed afgewerkte, correct gebouwde vaarzen met een geweldig achteraanzicht met hoge, brede achteruiers en een parallelle achterbeenstand. Stevens kreeg de reservetitel voor Steegink die de eervolle vermelding kreeg.
De strijd om de algemene titel voor de bedrijfscollecties speelde zich af op zeer hoog niveau. Marsman had een prachtig drietal de ring ingestuurd met diepe ribben en beste benen dat op menige keuring hoge ogen zou gooien. Hier was het slechts voldoende voor de vierde plaats. De drie bedrijfscollecties ervoor waren uitzonderlijk goed. Jan Steegink won de titanenstrijd met een vijftal dat bestond uit het trio vaarzen dat het koptrio van de vaarzenklasse vormde en de winnende vaarzencollectie was, aangevuld met de kampioene en de reservekampioene van de middenklasse. De groep paste prachtig bij elkaar en kende geen zwakke plekken. Een topgroep jonge koeien.
Oosten pakte de reservetitel met de enige zwartbonte groep, een vijftal harde, degelijke kwaliteitskoeien die bestond uit drie volwassen koeien en twee vaarzen en erg goed was samengesteld. Wim Steegink volgde met een bijzonder goed vijftal met daarin vier zeer fraaie, goed bij elkaar passende koeien. Alleen de vijfde deed iets afbreuk aan de uniformiteit en dat betekende meteen dat genoegen genomen moest worden met de eervolle vermelding. Het zei alles over het niveau van de bedrijfsgroepencompetitie, waar menig grotere keuring jaloers op kan zijn.
De keuring eindigde met het aanwijzen van de algemeen kampioene. De keuze viel op de fraaitypische roodbonte Niemeijers Johanna 39 van Wim Steegink en familie.