Stikstofopgave groeit door aanpassing KDW
Iedere tien jaar worden de kritische depositiewaarden op Europees niveau geactualiseerd op basis van internationaal onderzoek. Vorig najaar kwam dat al naar buiten en was de conclusie dat veel habitattypen gevoeliger waren voor stikstof dan tot nu toe gedacht. Uit het nieuw onderzoek van Wageningen Environmental Research, Planbureau voor de Leefomgeving en Onderzoekscentrum B-WARE blijkt dit ook voor Nederlandse natuur te gelden.
De waarde die aangeeft hoeveel stikstof de natuur aankan zonder dat er schade optreedt, gaat gemiddeld 1,3 kilogram per hectare per jaar omlaag. Dit betekent volgens de onderzoekers dat de uitstoot van stikstof nog verder naar beneden moet om de natuur te beschermen. Voor 64 natuurtypen is de depositiewaarde onveranderd, voor 32 is deze verlaagd en voor 2 is de waarde juist verhoogd. Een daling van de KDW betekent dat de natuur al bij lagere hoeveelheden stikstof schade ondervindt dan eerder het geval bleek.
Nog scherper
De onderzoeksresultaten komen uit langjarig veldonderzoek. Naast de empirische waarden uit veldexperimenten, zijn ook modellen gebruikt om de KDW’s voor de Nederlandse natuur te berekenen. Daarvoor zijn dezelfde modeluitkomsten gebruikt als bij de laatste update van de KDW elf jaar geleden. Wieger Wamelink, ecologisch onderzoeker van WUR: „Maar de wetenschappelijke ontwikkelingen voor nieuwe modelberekeningen gaan snel,” zegt Wamelink. „Er is een alternatieve methode in ontwikkeling. Deze kent nog onzekerheden in een deel van de uitkomsten, die we in een ander onderzoek aan het verfijnen zijn. Deze methode zou nog lagere KDW’s op kunnen leveren.”
Reactie Van der Wal
Minister Christianne van der Wal: „De noodzaak om stikstof te verminderen was al hoog, door de nieuwe wetenschappelijke inzichten is onze opgave helaas groter geworden. Dat is zorgwekkend nieuws voor de natuur en voor iedereen die zo hard werkt aan onze gezamenlijke opgaven om de natuur te herstellen. Het is ook vervelend nieuws voor iedereen die behoefte heeft aan vergunningsruimte. De komende tijd wil ik het RIVM laten onderzoeken welk effect onze huidige inzet heeft om de wettelijke natuurdoelen te halen en wat mogelijk nog aanvullend nodig is”.