Melkveehouders richten steeds vaker clusters op voor monomestvergisting

Het subsidiebedrag geldt voor een periode van twaalf jaar, waardoor melkveehouders samen de investeringen wel aandurven. „Elke melkveehouder vergist in een cluster z’n eigen mest", vertelt DLV-adviseur Jarco Brand. „Het biogas gaat via een leiding langs de diverse deelnemers, uiteindelijk naar een centraal opwaardeerstation. Dat komt doorgaans op het erf van de melkveehouder die het dichtst bij een geschikte gasleiding zit."

Als DLV Advies adviseert over de bouw van de installaties, mikt het bedrijf samen met de melkveehoduers op een terugverdientijd van zes jaar. „Je weet immers nooit hoe het overheidsbeleid verandert op langere termijn", zegt Brand. „Zodra we weten wie echt de sprong willen wagen samen, krijgen we de kosten in beeld. Als die gunstig uitpakken, en we kunnen het opgewaardeerde gas kwijt op het aardgasnet, dan staan de seinen op groen en kunnen we de vergunningaanvragen in gang gaan zetten."

Extra tak

Het is een gewaagde sprong, schetst DLV Advies. Want er komt nog best het een ander bij kijken. Zowel zakelijk als technisch. „Het is echt een extra tak erbij. Er is bijvoorbeeld dagverse mest nodig, en nog liever uurverse mest. Dat vereist een dichte vloer en zeer regelmatige afvoer van mest uit de stal. Aan de hand van een mestmonster worden tevens de aannames in de rendementsberekening gecontroleerd. het rantsoen van de koeien is mede bepalend voor het rendement van de vergister. Vaak geldt: hoe hoger de productie van de koeien, hoe energierijker het rantsoen en hoe hoger het rendement aan biogas."

In een eerder artikel schreef DLV Advies al dat Noord-Nederland voorop loopt als het op mestvergisting aankomt. De adviseurs voerden in een half jaar tijd 200 quickscans uit op melkveebedrijven. Voor ongeveer driekwart van deze bedrijven kan monomestvergisting financieel uitkomen.

Mest aanvoeren

De onlangs tot CDA-leider benoemde Tweede Kamerlid Henri Bontenbal vroeg er in juni via Kamervragen nog aandacht voor. Hij wil dat kleinere melkveehouderijen ook mee kunnen profiteren, bijvoorbeeld door mestaanvoer voor vergisting mogelijk te maken.