Nieuw kengetal voor betere fosfaatbemesting

Het fosfaatadvies is sinds 2013 gebaseerd op de waarden P-beschikbaar en P-al. Die twee waarden zijn van elkaar afhankelijk, aldus de CBVG. „Bij een hoge P-beschikbaar mag het P-al lager zijn dan bij een relatief lage P-beschikbaar. De PBI combineert beide kengetallen tot één kengetal voor het juiste bemestingsadvies en geeft een streeftraject voor de bodemvruchtbaarheid, waarmee de melkveehouder zijn dierlijke mest in het voorjaar slimmer kan verdelen. Dit is vooral van belang bij beperkte fosfaatruimte.”

Vijf klassen

De PBI kent vijf klassen – laag, vrij laag, voldoende, vrij hoog en hoog – op basis waarvan melkveehouders kunnen bepalen hoeveel fosfaatbemesting noodzakelijk is. Voor grasland is de PBI ‘voldoende’ wanneer de P-al en P-beschikbaar combinatie bij een fosfaatgift van twintig kilogram fosfaat per hectare een P-gehalte van minimaal 3,7g P per kilogram drogestof in de eerste snede oplevert. Voor maisland is de PBI voldoende wanneer de eerder genoemde combinatie resulteert in 14,5 ton drogestof opbrengst per hectare bij een fosfaatgift van 65 kilogram fosfaat per hectare.

Perceelverdeler

Door de verschillende percelen te classificeren in de vijf verschillende klassen, kan een melkveehouder bepalen om een gedeelte van de toegestane dierlijke mest niet op de ‘hoog’ of ‘vrij hoog’-percelen te brengen, maar in plaats daarvan op percelen met de classificatie ‘laag’ of ‘vrij laag’. De vanuit het project Koeien & Kansen ontwikkelde, gratis beschikbare ‘Perceelverdeler’ kan melkveehouders helpen om de mest optimaal te verdelen.

De CBGV is een door ZuivelNL gefinancierd initiatief van LTO Nederland.