‘Er valt niet veel meer te ondernemen’
Recentelijk heeft een commissie van wijze mannen (zaten er ook vrouwen bij) zich gebogen over de toekomst van de melkveehouderij in Nederland. De conclusie is dat we naar grondgebondenheid moeten. Dat betekent niet dat alle koeien in de wei moeten, hoewel men dat wel wenselijk acht. Het betekent dat we in een relatief kleine regio (hoewel die nog niet exact gedefinieerd is) de koeien houden, het voer betrekken en de mest afzetten.
De markt vraagt om meer verschillende product markt combinaties waar grondgebondenheid er één van kan zijn. De Nederlandse melkveehouderij in zijn geheel is daar niet op ingericht. We produceren meer melk dan we zelf consumeren en varen daar wel bij. Hoewel rundveehouders nog steeds gewone boeren zijn (wel groter dan vroeger) zijn de zuivelaars gegroeid naar grote, internationale concerns. Zij zetten hun producten wereldwijd af en brengen zodoende veel geld in het laatje van de Nederlandse economie. En dat lukt goed omdat ook de kostprijs van de Nederlandse melk nog goed past in de wereldmarkt.
De kwaliteit en het imago van die geëxporteerde producten wordt mede bepaald door de kwaliteit van de aanvoer. Dus boeren moeten daarop inspelen. Maar door de “wetten” die de commissie heeft bedacht, hoeven de ondernemers in de rundveehouderij nergens meer op in te spelen. Zij moeten gewoon voldoen aan de regels en anders is er geen plaats meer voor ze in Nederland.
Een voorbeeld van wat niet meer kan is het volgende: stel je kiest ervoor de koeien op stal te houden en intensief te melken met robots. Je verhuurt al je grond aan een energiebedrijf om zonnepanelen te plaatsen en het (ruw)voer koop je aan. Hierdoor realiseer je een grotere winstmarge, meer flexibiliteit in voer en een betere liquiditeit. Normale keuzes en afwegingen voor ondernemers in alle branches, maar niet in de veehouderij.
In dergelijke discussies hoor ik vaak het Kodak-voorbeeld langskomen: zij hielden vast aan het fotorolletje en zijn er nu niet meer. De veehouderij is niet blind voor de ontwikkelingen in de markt en sluit haar ogen niet voor nieuwe technologie. Au contraire! Maar met dergelijke commissies en wetgeving die alles bepaalt valt er niet veel meer te ondernemen. Het blijft belangrijk dat we keuzes maken die voor de toekomst goed zijn met betrekking tot dierenwelzijn, milieu en kostprijs en die graag gekocht worden vanwege het specifieke imago die elke combinatie heeft.