Het strooien van zout verbetert smakelijkheid gras
Voor veel melkveehouders gaat momenteel de vierde of soms ook de vijfde snede de kuil in of wordt in balen geperst. De vraag is wat vervolgens te doen met de bemesting? „Het is de laatste keer dat rundveedrijfmest kan worden aangewend”, vertelt Van Rijt.
„Houd met de hoeveelheid drijfmest rekening met de nalevering van stikstof van vorige drijfmestgiften en de nalevering van de bodem.” Van Rijt adviseert om 70 tot 80 kilo zuivere stikstof te strooien met aftrek van de nalevering.
Kalium
Mochten melkveehouders te weinig drijfmest beschikbaar hebben, kunnen ze de drijfmestgift aanvullen met 100 tot 300 kilo KAS. Is er helemaal geen drijfmest beschikbaar omdat bijvoorbeeld de kelders leeg zijn, dan adviseert Van Rijt om een kalimeststof te gebruiken.
„Kalium helpt bij het watertransport in de plant. Hoewel het de afgelopen tijd veel geregend heeft, verdampt de komend tijd ook veel water. Zeker bij de voorspelde hoge temperaturen. Kalium is bovendien nuttig voor grasland aangezien het de drogestof-opbrengst en het eiwitgehalte beïnvloedt. Daarnaast zorgt het voor een stevige en stressbestendige plant. Deze heeft dus minder last van droogte. Wanneer er geen drijfmest gift wordt gegeven is een aanvulling van kali dus aan te raden.”
Zout
Ook is het mogelijk om een van de beschikbare grasmixen te gebruiken. Hierin zitten zowel stikstof, kali als zout. Van Rijt adviseert om zout te strooien wanneer de snede bovengemiddeld zwaar was. „Je ziet dan dat de stoppel wit tot licht geel is. Het gras ruikt dan ook een beetje muffig omdat het wat verstikt is geweest. Dit is nadelig voor de smaak van de hergroei. Zout heeft geen invloed op de gele stoppel, kali en stikstof wel. Zout is puur voor de smakelijkheid voor het iets drogere en daardoor minder goed verteerbare gras. Vergelijk het met een bakje friet. Die is ook lekkerder wanneer er wat zout op zit.”