Onkruidbestrijding maïs vroeg dit jaar

Uit monitoring is gebleken dat er nog steeds een toename is van gladvingergras op de maïspercelen en het langzaam aan een van meest voorkomende onkruiden is geworden. Gladvingergras is een lastig onkruid dat veel opbrengst kan kosten. Om gladvingergras goed te kunnen bestrijden zullen de maïspercelen tijdig gecontroleerd moeten worden. Gladvingergras is een onkruid dat snel kiemt bij hogere temperaturen. Geef de bevindingen ook door aan de loonwerker.

Gladvingergras

Het is van belang om percelen waar gladvingergras voorkomt tijdig te bespuiten. Vaak is dit al in het 2e of 3e bladstadium van de maïs. Dit is duidelijk eerder dan dat velen gewend zijn. Het stadium van het gladvingergras is dus bepalend voor het moment van spuiten, niet het groeistadium van de mais. Daarom is het zaak de ontwikkeling van het gladvingergras goed in de gaten te houden. Bij boven komst zijn het hele kleine oortjes. Veel grassoorten komen zo boven en het is daarmee dus lastig om direct te zeggen met welk soort gras men te maken heeft. De belangrijkste kenmerken van gladvingergras zijn het vliezige tongetje en de snorharen (zie afb. 1) die bij kieming van het gladvingergras al aanwezig zijn. In het veld is dit het best te beoordelen door gebruik te maken van een loep.

Vooropkomst bespuiting?

Kan een vooropkomst bestrijding bijdragen aan de bestrijding van gladvingergras is een veel gestelde vraag. Een vooropkomst bestrijding van het onkruid in de mais kan ten delen helpen om het probleem te voorkomen. Veel percelen die gebruik maken van een vooropkomst bespuiting hebben de overvloedige neerslag van afgelopen week gehad. De kans is zeer groot dat deze neerslag teveel is geweest en daarmee de bodemherbiciden zijn af- of ingespoeld. Deze percelen dienen goed in de gaten te worden gehouden op kieming van onkruiden. Percelen die nu een vooropkomst toepassing krijgen hebben de eerste dagen voldoende vocht maar de weersverwachting laat een langere droge periode zien de komende tijd. Door de hogere temperatuur zal de werking van de bodemherbicide alleen maar verder afnemen. Dus ondanks het (te vele) vocht blijkt een vooropkomst toepassing daarmee nog steeds géén bedrijfszekere toepassing voor onkruiden en in het bijzonder gladvingergras te zijn. In 2017 is duidelijk naar voren gekomen dat na een vooropkomst bespuiting het gladvingergras toch kiemde en fors doorgroeide, te weinig vocht zorgde voor geen goede verdeling en activatie van de middelen.

Na de vooropkomst toepassing is dan een tijdige bespuiting in de vroege na opkomst alsnog nodig. Telers moeten zich realiseren dat een vooropkomst toepassing wel kan helpen, het geeft ietwat meer verlichting op voornamelijk breedbladigen, een tweede bespuiting blijft in de meeste gevallen echter nog steeds noodzakelijk. Met Laudis kan het gladvingergras in de maïsteelt met één tijdige naopkomst bespuiting worden bestreden.

Met Laudis gladvingergras in één keer de baas

Gladvingergras is nog steeds in één bespuiting zeer goed te bestrijden mits tijdig, voor uitstoelen van het gladvingergras, met Laudis de bestrijding wordt uitgevoert. Het toevoegen van een bodemherbicide op basis van terbuthylazine geeft een extra goede bestrijding van het gladvingergras. Verder is dit een zeer brede basis voor veel breedbladige en grasachtige onkruiden in de mais.

2,25 l/ha Laudis + TBA bodemherbicide + een specifiek grassen middel op basis van nicoslufuron (indien nodig)

0,5 kg/ha Laudis WG + 1 l/ha veresterde plantaardige olie + TBA bodemherbicide + een specifiek grassen middel (indien nodig) bijv. Monsoon Active