Wageningen UR: Forse inteelttoename door genomic selection

In de periode 2010 tot 2015 was de inteelttoename 1,8 tot 2,8 procent per generatie. In de fokkerij wordt 1 procent als acceptabel gezien. Wageningen UR ziet hierbij een duidelijk verband tussen de invoering van genomic selection en de inteelttoename. Rond 2009 werd namelijk genomic selection ingevoerd. Jonge stieren die nog geen dochtergeteste fokwaarde hadden, krijgen daarbij op basis van genomische informatie een fokwaarde. Het gevolg is dat jonge stieren al vroeg worden geselecteerd voor de fokkerij en ingezet als stiervader.
Inteeltafname in periode 2000-2009
De cijfers staan haaks op de ontwikkelingen van voor de introductie van genomics in de fokkerij. Vanaf 2000 was er namelijk sprake van een afname van het inteeltniveau. Dit had te maken met een brede selectie van stieren omdat naast productie en exterieur ook werd ingezet op levensduur, uiergezondheid en vruchtbaarheid. Zo kwamen ook koefamilies en stieren ‘bovendrijven’ die sterk scoorden op deze kenmerken en werden hoger gewaardeerd.
Zorgen over inteeltdepressie
Wageningen UR uit haar zorgen over de ontwikkeling van de laatste jaren, omdat het beperken van inteelt belangrijk is om de inteeltdepressie (de verminderde prestatie van dieren door inteelt) tegen te gaan. Daarnaast noemt zij het behoud van genetische diversiteit ook belangrijk om ervoor te zorgen dat populaties zich kunnen aanpassen aan veranderende fokdoelen en omgevingen.
Volgens Wageningen UR is er duidelijk behoefte aan een efficiënte manier om de inteelt te beperken in het ‘genomics tijdperk’. De resultaten van het onderzoek zijn gepresenteerd op het ‘World Congress on Genetics Applied to Livestock Production 2018’ in Auckland, waar ook methodes werden besproken voor het beperken van de inteelttoename met genomics. Deze methodes zullen volgens Wageningen UR echter nog verder ontwikkeld moeten worden.