Derogatie heeft gevolgen voor de onkruidbestrijding in maïs in 2019!
Over het algemeen is positief gereageerd op het afgeven van de derogatie voor 2 jaar. Het Nitraatcomité van de Europese Commissie stemde in met het door Nederland ingediende voorstel. Het 6e actieprogramma Nitraatrichtlijn van Nederland was mede de basis voor het afgeven van die derogatie. Wat veel mensen niet weten is dat het 6e actieprogramma Nitraatrichtlijn hiermee dus ook definitief is voor 2018 t/m 2021. In het 6e actieprogramma staan nogal wat wijzigingen die invloed gaan hebben voor de onkruidbestrijding (GBM) in maïs. Dit jaar is het nog mogelijk om diverse strategieën voor de onkruidbestrijding in maïs te testen voordat de nieuwe regels in 2019 ingaan.
Gladvingergras
Op dit moment heeft men al de grootste moeite om percelen met gladvingergras, haagwinde, veenwortel, aardappelopslag, kamille etc. te bestrijden. Om een paar voorbeelden te noemen gladvingergras zal in een vroeg stadium aangepakt moeten worden namelijk in het kiemblad stadium. Gladvingergras is een onkruid dat zeer snel uitstoelt en enorm veel vocht en nutriënten voor maïs wegneemt wat veel opbrengst kost. De enige mogelijkheid om gladvingergras nog vroeg te bestrijden is met 2,25 l/ha Laudis in de mix.
Ook aardappelopslag is een steeds groter wordend probleem. Een algehele bestrijding tegen opbrengst verlies is bittere noodzaak, niet alleen vanwege het wegnemen van vocht en nutriënten voor de maïs, maar ook voor verdere verspreiding van schadelijke aaltjes, virus en Phytophthora. Producten als Capreno en Monsoon Active zijn hiervoor zeer geschikt. Deze producten zijn zeer systemisch en dringen tot in de knol wat juist gewenst is. 0,2 l/ha Capreno of 0,75 l/ha Monsoon Active in de mix werken uitstekend op aardappelopslag.
Haagwinde en veenwortel
Haagwinde en veenwortel zijn onkruiden die iedereen ondertussen wel kent. Het zijn planten die wat later en lang door kunnen kiemen. Door de gevormde wortelstokken kan haagwinde en veenwortel zich razendsnel verspreiden en geeft enorm hoge opbrengstverliezen. Vaak wordt haagwinde en veenwortel tegenwoordig in 2 bespuitingen bestreden. De 1e keer als toevoeging in de standaard mix. Later word vaak nog een 2e toepassing gedaan in de vorm van een onderbladbespuiting met 0,75 l/ha Monsoon Active. Veel loonwerkers hebben dit jaar droplegs of valpijpen aangeschaft. Deze zijn gemonteerd op de veldspuit zodat vrij eenvoudig die 2e toepassing met 0,75 l/ha Monsoon Active kan worden uitgevoerd met goede resultaten als gevolg.
3 opties inzaai vanggewas
De bestrijding van de bovengenoemde lastige onkruiden zal met het in gang treden van het 6e actieprogramma Nitraatrichtlijn nog moeilijker worden op met name zand en löss gronden. De grootste verandering in 2019 voor deze gronden zit in het beleid van vanggewassen. Op deze zand en löss gronden zijn in feite 3 opties ontstaan voor het telen van vanggewassen;
- Inzaai van een vanggewas uiterlijk 1 oktober. Dit houdt dus in dat men vroegere rassen kan gaan telen en na de oogst uiterlijk 1 oktober een vanggewas gezaaid moet hebben. Het opbrengst rendement van de vroegere rassen ligt op dit moment helaas wat lager en daarmee wellicht een mindere optie. Rassen worden op dit vlak uiteraard ook beter. Deze optie heeft overigens geen gevolgen voor de onkruidbestrijding die uitgevoerd moet worden. Hiermee bestaat nog steeds de mogelijkheid om moeilijke onkruiden prima te bestrijden.
- Inzaai van enkele specifieke gewassen met een hoge stikstofopname als hoofdteelt na de teelt van snijmais, waaronder wintertarwe, in de maand oktober. Een goede optie om maximaal van de onkruidbestrijding in de maïs teelt gebruik te kunnen maken ook voor de moeilijke onkruiden. Dit zal alleen een optie zijn die niet veel gebruikt gaat worden is de inschatting omdat op de veehouderij bedrijven weinig tot geen wintertarwe wordt gebruikt. Ook vanwege de lagere opbrengsten van wintertarwe op zandgronden zal het gebruik van deze optie minimaal zijn.
- Onderzaai van gras of ander geschikt vanggewas in het perceel waarop de teelt van snijmais plaats heeft. Deze optie wordt in bepaalde gebieden reeds gebruikt en kan vanaf 2019 dus vaker worden ingezet. Echter dient met onderzaai wel sterk rekening te worden gehouden met de gewasbescherming en bij bovengenoemde lastige onkruiden wordt het allemaal nog moeilijker. Onderzaai van gras kan men onderverdelen in 2 opties;
- Onderzaai van gras direct bij de zaai van maïs in de vorm van Proterra (rietzwenkgras). Een prima optie maar houdt rekening met de grassenmiddelen in de mix, laat deze achterwege.
- Onderzaai van gras bij maïs in 7-12 blad stadium met een schoffelbalk of iets dergelijk met Italiaans raaigras. Ook een prima optie maar houdt rekening met de bodemherbiciden in de mix.
De inschatting die op dit moment gemaakt word is dat toch veel telers in 2019 voor optie 3 gaan kiezen en men dus sterk rekening moet gaan houden met de gewasbeschermingsmixen. Immers slaagt de onderzaai niet zal men toch uiterlijk 1 oktober een vanggewas gezaaid moeten hebben of men riskeert een boete.
2018 nodig voor goed advies
Fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen worstelen op dit moment sterk met de onderzaai omdat onderzoek hiernaar uit 2011 stamt en veel van de daarin geteste middelen geen toelating meer hebben. Laudis is het enige middel wat veilig getoetst is. Het gladvingergras probleem lijkt hiermee getackeld te zijn. Immers 2,25 l/ha Laudis in combinatie met een bodemherbicide geeft een uitstekende bestrijding op gladvingergras. Van de overige toegelaten producten is beperkte kennis beschikbaar. Fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen zullen daarom 2018 aangrijpen om uit te zoeken of middelen die juist sterk zijn op aardappelopslag, haagwinde, kamille, veenwortel etc. überhaupt wel kunnen worden toegepast. Denk hierbij aan recent toegelaten middelen als Capreno, Monsoon Active en Auxo. Werk aan de winkel dus voor fabrikanten om in 1 jaar tijd met een goed advies te komen.
Tekst: Bayer