Topmaïsteler Geraerts streeft naar maïs van 40 procent drogestof
Geraerts doet met Topmais mee omdat maïs niet is weg te denken uit het rantsoen voor de melkkoeien. Hij doet er dan ook alles aan om de maïsteelt te laten slagen. Daarbij kiest hij vooral de veilige gangbare paden, en probeert dat zo optimaal mogelijk te doen. „Ik hou van zekerheid en ben niet iemand die graag nieuwe dingen uitprobeert. Laat een ander maar leergeld betalen. Als iets bewezen is dat het goed werkt, dan pas ik het wel toe. Ik vind het veel belangrijker om de bestaande dingen goed te doen. Daar is namelijk nog veel winst mee te behalen. Zo pak ik de bodemanalyse erbij om te kijken of bekalking nodig is en op welke gronden ik het beste de stalmest uit kan rijden om de organische stof te verbeteren. Ook laat ik de mest onderzoeken op gehalten zodat ik weet wat ik bemest en wat er nog bij bemest moet worden.”
Twee rassen
Geraerts teelt dit jaar twee rassen maïs: LG 31.218 en LG 31.235. „Ik selecteer de rassen op opbrengstpotentie en zetmeel.” Op de hogere gronden teelt hij het laatstgenoemde ras, omdat deze wat later rijp is maar wel een hogere opbrengstpotentie heeft. „Op de lagere gronden ga ik voor veiligheid en zaai daarom liever een wat vroeger ras.” Bij de rassenkeuze let de veehouder ook op de celwandverteerbaarheid. „Ik wil bij het afrijpen voor het laatste zetmeel gaan. Ik streef naar maïs van rond de 40 procent drogestof. Er mag geen sap meer uit de korrel komen. Daarbij moet de plant wel goed verteerbaar blijven.”
Als vanggewas kiest Geraerts voor Italiaans raaigras omdat dit gewas veel potentie heeft om organische stof op te bouwen. Ook past hij veel wisselteelt toe, met twee tot drie jaar gras en dan weer maïs. „Daar komt bij dat ik minimaal blijvend grasland wil, om flexibel te blijven met mijn bouwland. Daar past de wisselteelt gras/maïs goed in.”
Bedrijfsgegevens
Gerearts melkt 115 koeien op 70 hectare zandgrond. Daarvan teelt hij 4 hectare snijmaïs, en verbouwt daarnaast nog 10 hectare aardappelen en wortelen. Hij koopt nog eens 8 hectare maïs aan, waarbij hij zelf de rassen uitzoekt en bepaalt hoe de maïs geteeld wordt. De gemiddelde productie bedraagt 9.500 kilo melk per koe met 4,56% vet en 3,57% eiwit (rollend jaargemiddelde).