Koeien met capaciteit om ruwvoer te verwerken
Fotoserie: Efficiënt van ruwvoer naar melk
Opname van 18 kg droge stof uit ruwvoer
De koeien op het bedrijf van André Smit in Middenmeer passen niet in het ‘koemodel’, waar de hedendaagse voerberekeningen op gebaseerd zijn. Ze presteren het om iedere dag zo’n 24 kg droge stof op te nemen, wat voor 18 kg uit ruwvoer bestaat en de overige 6 kg uit krachtvoerachtigen. Dit zetten ze om in bijna 34 kg melk per dag met 4,55% vet en 3,55% eiwit, wat resulteert in 2,7 kg vet & eiwit. Je zou verwachten dat een dergelijke prestatie ten koste gaat van de conditie of de gezondheid, maar het tegendeel is waar. In de Noord-Hollandse ligboxenstal staat het gros van de 160 melkkoeien rustig aan het voerhek te vreten en ligt de rest herkauwend in de diepstrooiselboxen. Direct vallen de gezonde glanzende vachten, de goed gevulde pensen en harde benen op.
Koeien met massa die de productie aankunnen
Maar het meest opvallend is de enorme inhoud van de koeien. De dieren hebben stuk voor stuk de capaciteit om veel ruwvoer te verwerken. In 1998 werd het bedrijf verplaatst van Assendelft naar de polders van Middenmeer. Het was ook rond die tijd dat de vader van André startte met het paringsprogramma GMS. ‘We zochten naar meer postuur en kracht in de koeien. In het systeem waar we mee werkten, was het gebruik van proefstieren verplicht en dat zorgde voor te veel missers. De koeien werden te smal. We waren op zoek naar koeien met meer massa die de productie aankunnen’, blikt André Smit terug op de beginperiode in Middenmeer waar werd gestart met zo’n 80 koeien. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid naar 160 stuks melkvee. Het jongvee gaat op een leeftijd van zo’n drie maanden naar een opfokbedrijf in Friesland.
‘We zochten naar meer kracht en postuur in de koeien. Koeien met meer massa die de productie aankunnen’.
Andre Smit
De groei werd voornamelijk gerealiseerd uit eigen aanwas. ‘We hebben weleens wat koeien aangekocht, maar dat viel niet altijd mee. Met deze dieren hebben we bewust niet verder gefokt. Alles wat nu op stal staat is het resultaat van onze eigen fokkerij’. Na bijna 25 jaar GMS loopt inmiddels de vijfde en zesde generatie ABS nakomelingen op het bedrijf. En dat is een uniforme groep krachtige dieren met veel inhoud, een brede voorhand en goede uiers. ‘Je zoekt een paar keer per jaar een stuk of 10 stieren uit, dat brengen we terug naar 5 en daar werken we mee’, vertelt André over de samenwerking met paringsadviseur Edwin Boogaard. Op dit moment zijn dit met name Rubels-Red, Maximus, Mecca-P en Hexagon. ‘Het is ook handig dat het programma rekening houdt met inteelt. Dat ga ik zelf allemaal niet uitzoeken’, aldus Smit.
18 kg droge stof uit ruwvoer
De koeien blijven al jaren 365 dagen per jaar op stal. In 2013 maakte Smit de over stap naar een TMR-rantsoen. ‘Door de fokkerij kregen we meer koe die ook meer ruwvoer vrat. Omdat de koeien zoveel ruwvoer opnamen en verzadigd raakten, ging dat ten koste van de krachtvoeropname in de melkstal. Daar kregen ze maximaal 5 kg krachtvoer maar als ze dat niet opvraten, dan gingen ze ‘lek’. Dus een volledig gemengd rantsoen sloot beter aan bij de koeien’, beredeneert André de overgang naar TMR. ‘Door de zeer hoge ruwvoeropname van goede kwaliteit, vreet de koe minder krachtvoer. Er is ook minder krachtvoer nodig om aan de energie- en eiwitbehoefte te voldoen. Als we dit vergelijken met andere bedrijven verdringt de ruwvoeropname hier een stuk van de krachtvoeropname, legt nutritionist Lennard Zoet uit. ‘Waar een koe doorgaans 14 kg droge stof uit ruwvoer en 7 kg uit krachtvoer opneemt, nemen de koeien van André 18 kg droge stof uit ruwvoer en 6 kg uit krachtvoer op. Als ik het rantsoen bereken, krijg ik vanuit het programma iedere keer de melding dat dit niet mogelijk is. Het bewijs dat het wel kan, wordt hier geleverd. De koeien hier, kunnen wat een andere koe niet kan’, aldus Zoet.
‘Omdat de koeien zoveel ruwvoer vreten, helpen de levende gisten de penswerking te ondersteunen’, verklaart Zoet de inzet van FarmPEQ® Complete. ‘Deze zorgen voor een goede vertering, waardoor de koeien in staat zijn meer (ruw)voer op te nemen. We zeven regelmatig de mest om aan het mestbeeld te zien hoe de vertering is geweest. De mest is altijd mooi verteerd’. Naast levende gisten en organische sporenelementen (CU, Zn, Mn, Se) bevat FarmPEQ Complete een mycotoxinebinder. ‘André koopt incidenteel kuilen aan, waardoor de kwaliteit niet altijd gegarandeerd is. Door het overkuilen is de stabiliteit in de kuil weg. Dit verhoogt het risico op de vorming van schimmels en het ontstaan van broei. Door de aanwezigheid van een mycotoxinebinder bouw je een stukje extra zekerheid in’, licht Lennard toe die met regelmaat het rantsoen berekent en de ondernemer scherp houdt op zijn voerkosten. Met een goed gemengd rantsoen weet Smit een hoge voerefficiëntie te behalen en blijven zijn krachtvoerkosten steken op 9,2 ct. per kg meetmelk.
Geen risico met inkuilen
Ruwvoer vormt het fundament op het bedrijf. Niet voor niets wordt aan de ruwvoerwinning veel aandacht besteed. ‘Omdat de koeien niet naar buiten gaan, hebben we altijd schoon gras in de kuil’, vertelt André over de 26 ha gras die het bedrijf telt. ‘Om de 2 à 3 jaar vernieuwen we het grasland. Alle snedes gras moeten worden verwerkt in het rantsoen voor het melkvee. Daarom nemen we geen risico en gebruiken we bij iedere snede een inkuiltoevoegmiddel. Enerzijds om de voederwaardeverliezen te minimaliseren en anderzijds om boterzuur te tackelen. Om de voeropname te stimuleren is het belangrijk dat de geur en smaak van het rantsoen goed is’, verduidelijkt Smit. ‘De eerste snede willen we op tijd binnen hebben en daarna maaien we om de 4 à 5 weken. Na het maaien, één keer schudden en dan hakselen zodat alles goed gemengd wordt. We streven naar een droge stof percentage tussen de 35% en 40%.’ Naast 26 ha gras, wordt ook 30 ha mais geteeld. ‘Omdat de koeien zoveel ruwvoer vreten, komen we eigenlijk areaal te kort. Daarom zaaien we na de mais de percelen in met lenterogge. Dit groeit mooi in de winter en levert me in het voorjaar extra voer op. Het is goed te oogsten en het zorgt voor extra penswerking. Samen met suikerrijk gras zorgt de lenterogge voor wat rust in de pens. De combinatie lenterogge en mais zorgt
dat de meststoffen optimaal benut worden en het levert extra structuur in de bodem’. Ook tijdens de maisoogst gaat de ondernemer voor zekerheid en zet hij een inkuiltoevoegmiddel in
Uitstekende hygiënescore
Maar met goede kwaliteit ruwvoer alleen ben je er nog niet, realiseert Smit zich terdege. ‘De ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Je moet alert zijn op alle onderdelen binnen je bedrijf’. Kijkend over het voerhek wordt al snel duidelijk dat dit geen loze woorden zijn. De koeien zien er niet alleen goed gevuld maar ook schoon uit. Onder de 160 koeien is slechts een enkele dikke hak te bespeuren en deze is al door Smit verzorgd. Door de koeien regelmatig te behandelen met CCS Hoofberry houdt André de klauwgezondheid op peil. ‘Ik behandel de koeien regelmatig, sommige een paar dagen achter elkaar. Het is niet agressief en werkt goed’. Door de positieve ervaring is het voetbad met formaline op het bedrijf verdwenen. Tijdens de warme zomerperiode was het tankmelkcelgetal enigszins verhoogd. Met name enkele oudere koeien, met de twijfelachtige eer van miljonair, waren hier debet aan. In de 22-stands draaimelkstal worden sindsdien de koeien voorbehandeld met Teater Clean® vochtige voorbehandeldoekjes en nabehandeld met 4XLA®. In combinatie met gebruik van BoxClean® in de boxen zet Smit zich maximaal in om uiergezondheidsproblemen onder controle te krijgen.
Door alle concepten van Heemskerk® op zijn bedrijf in te zetten, heeft André ervaren dat deze elkaar versterken en bijdragen tot een efficiënte bedrijfsvoering. Hierbij vertrouwt hij op deskundig advies en bewezen, betrouwbare producten.
Bedrijfsgegevens
André Smit
Middenmeer
160 melkkoeien
jongvee opfokbedrijf
26 ha grasland
30 ha maisland
Rollend jaargemiddelde: 10.536 kg melk, 4,41% vet en 3,45% eiwit