Geen tussentijdse nabetaling FrieslandCampina door tegenvallende resultaten
Het bedrijfsresultaat van FrieslandCampina daalde in de eerste helft van 2023 met 85,7 procent naar 47 miljoen euro ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden. De nettowinst daalde met 94,2 procent naar 8 miljoen euro in vergelijking met een jaar geleden. De netto-omzet steeg met 4,6 procent ten opzichte van de eerste zes maanden 2022 naar 6,9 miljard euro.
Garantieprijs
De melkveehouders van de coöperatie leverden in de eerste helft van 2023 4,8 miljard kilo melk aan de productielocatie. Dat is 0,5 meer dan in dezelfde periode vorig jaar.
FrieslandCampina betaalde zijn leden-melkveehouders in de eerste helft van 2023 een iets hogere gemiddelde garantieprijs uit per 100 kilogram geleverde boerderijmelk dan in dezelfde periode vorig jaar: 49,96 euro tegenover 49,39 euro. De garantieprijs steeg in de eerste helft van 2022 sterk en bleef daarna tot december 2022 min of meer stabiel, terwijl deze in de eerste helft van 2023 sterk daalde. Hierdoor kwam de gemiddelde prijs nagenoeg op hetzelfde niveau uit.
De pro forma melkprijs (garantieprijs plus toeslagen) per 100 kilogram geleverde boerderijmelk steeg van 51,33 euro in de eerste helft van 2022 naar 51,70 euro in de eerste helft van 2023. De pro forma prestatieprijs (melkprijs plus rente op ledenobligaties en toevoeging algemene reserve) daalde van 52,63 euro naar 50,58 euro omdat de algemene reservering negatief was als gevolg van de lagere resultaten.
Als gevolg van het lagere resultaat en een hogere toerekening aan rente op ledenobligaties en aan minderheidsbelangen keert de zuivelcoöperatie geen interim-uitkering van de pro forma contante nabetaling uit over het eerste halfjaar van 2023 aan de leden-melkveehouders.
Koopkrachtverlies
Uitdagend noemt FrieslandCampina de eerste helft van 2023. Door de hardnekkige inflatie en gedaalde koopkracht van consumenten staat het volume van consumentenmerken onder druk.
De melkprijs die FrieslandCampina het afgelopen halfjaar betaalde aan de leden-melkveehouders was hoger dan de sterk gedaalde marktprijzen voor basiszuivelproducten, vooral die van kaas en boter.
Dure voorraden moesten worden verkocht in een dalende zuivelmarkt. Bovendien daalden de volumes als gevolg van marktdaling door koopkrachtverlies en een verschuiving in consumentenbestedingen naar huismerken. De business groups Food & Beverage en Trading werden hierdoor het hardst geraakt.
De business groups Ingredients en Specialised Nutrition hadden daarentegen een goede start van het jaar, maar dit kon het verlies aan winstgevendheid in de andere twee business groups niet compenseren.
Broeikasgasuitstoot
Ondanks de uitdagende omstandigheden is FrieslandCampina blijven investeren in de onderneming, toekomstige groei en duurzaamheid. Zo opende FrieslandCampina Ingredients in Veghel een nieuwe, duurzame productiefaciliteit voor lactoferrine, een belangrijk, hoogwaardig eiwit voor kinder- en volwassenvoeding.
Daarnaast werd ook een grootschalige pilot met een methaanreducerend voeradditief, waaraan bijna 160 melkveebedrijven met in totaal zo’n 20.000 koeien deelnamen, succesvol afgerond. Dit is veelbelovend nieuws als het gaat om de toekomstige vermindering van de broeikasgasuitstoot op melkveebedrijven.
Ook heeft de onderneming aflopende schulden geherfinancierd met de uitgifte van een Schuldschein van 300 miljoen euro, gekoppeld aan doelen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (zogeheten ESG-doelen). Dit was niet mogelijk geweest zonder heldere klimaatdoelstellingen en andere duurzaamheidsprioriteiten.
Tweede helft 2023
Voor het tweede halfjaar van 2023 wordt verwacht dat de melkprijs die wordt betaald aan de leden-melkveehouders en de basiszuivelprijzen dichter bij elkaar komen te liggen. Daardoor zullen verliezen die we in het eerste halfjaar van 2023 hebben gezien als gevolg van de hoge kostprijs van onze melk bij inname en de lagere marktwaarde van voorraden op moment van verkoop, in de tweede helft van het jaar naar verwachting minder impact hebben.
Wel wordt verwacht dat volumes onder druk zullen blijven staan door inflatie en koopkrachtverlies van consumenten. Stijgende rentes en nadelige valuta-effecten zullen naar verwachting eveneens een negatief effect hebben op het resultaat van de onderneming in de tweede helft van 2023.
Tot slot zal de kostenstructuur van de onderneming tegen het licht worden gehouden wat mogelijk zal leiden tot herstructureringskosten in de tweede helft van het jaar.