
Minder eiwit in het rantsoen voor stikstofreductie
Initiatiefnemer van Koe en Eiwit is LNV en het project wordt begeleid door de werkgroep voeding van Coalitie Toekomstgerichte Melkveehouderij waarin de sector, overheid en zuivel vertegenwoordigd zijn. Samen met voeradviseurs en ruim 40 bedrijfsbegeleiders gaan 153 veehouders aan de slag om het ruw eiwit (RE) in hun rantsoen op of onder de 155 te krijgen, lager dan de landelijke afspraak om in 2025 160 RE te halen. De deel-nemers vullen vijf keer per jaar een rantsoen in. Naast de support van de voeradviseur en bedrijfsbegeleider vindt er in vier groepsbijeenkomsten per jaar kennisuitwisseling plaats.
Gezondheid en financieel
Goed ruwvoermanagement is een belangrijk instrument om de stikstofefficiëntie op het bedrijf te verbeteren. Scherper voeren betekent minder aanvoer van duur krachtvoer en werkt positief door in de portemonnee van de boer. De motivatie van boeren om mee te doen blijkt volgens Galama echter vooral de gezondheid van de koe te zijn. Dan volgt het economische aspect. “De mogelijkheden om het eiwit in het voer te verlagen, en daarmee de stikstofuitstoot, zijn voor iedere veehouder weer anders”, vertelt de projectleider Koe en Eiwit. “Als je intensief boert met een hogere krachtvoergift of veel maïs aankoopt, kun je makkelijker bijsturen.” Ook de grondsoort is daar een belangrijke factor in. Daarom zijn alle veehouders die vrijwillig meedoen aan het project Koe en Eiwit ingedeeld in drie grondsoorten. “Op veengrond is de uitdaging om aan de 155 gram eiwit te komen het grootste, op zand is het makkelijkste en klei zit daartussenin.”
Goed graslandmanagement
Met het oog op de aflopende derogatie is het graslandmanagement meer dan ooit topsport. Galama: “Dit betekent een bezinning van je gehele bedrijfsmanagement. Je draait dan aan de knoppen van weidegang en stalvoedering, inkuilen van gras, maïs en overige ruwvoerteelten.”
Om de optimale eiwitbalans op je bedrijf te krijgen is het volgens hem belangrijk om op het juiste moment te maaien en de juiste hoeveelheid mest toe te dienen. Later maaien betekent minder eiwit. “Je moet het lef hebben om iets langer te wachten tot het juiste moment.”
Teveel of te weinig eiwit
Minder eiwit lijkt haaks te staan op het credo van zoveel mogelijk eiwit van eigen land van de laatste jaren. Dat hoeft volgens Galama in de praktijk niet zo te zijn. “De rode draad is koe en eiwit. Te veel of te weinig eiwit kan ook gezondheidsproblemen geven. In een apart deelproject met twintig melkveehouders en vijf dierenartsen kijken we hiernaar. Het is een samenhangend geheel: bodem, bemesting, plant en koe. Daarom is het zo belangrijk om te leren van elkaar,” aldus Galama. Dat is volgens hem ook de motivatie van de deelnemende veehouders om aan het project Koe en Eiwit deel te nemen. “Wat kom je tegen en hoe kun je daarop inspelen.”
Tekst: Limagrain Nederland BV