LTO en EDA positief over voorstel Hogan
Het voorstel is vandaag gepubliceerd. Wat Hogan wil, past in de visie van LTO Nederland, meldt de landbouworganisatie. “Voorstellen die oneerlijke handelspraktijken in de voedselketen tegengaan, kleinere leveranciers beschermen en daarmee indirect ook boeren en tuinders en hun gezinsbedrijven, kunnen rekenen op onze steun”, stelt LTO-voorzitter Marc Calon.
Oneerlijke handelspraktijken kunnen zich bijvoorbeeld voordoen tussen een MKB-leverancier (waarvoor een definitie geldt van minder dan 50 miljoen euro jaaromzet en minder dan 250 medewerkers en/of minder dan 43 miljoen euro balanstotaal) en een grote afnemer.
EU-richtlijn
EU commissaris Hogan wil onder meer late betalingen (60 dagen of meer) aan kleine en MKB-leveranciers bestrijden. Er bestaat sinds 2013 al een EU-richtlijn op dit terrein. Deze heeft in de praktijk geen verandering teweeggebracht. “We vragen ons af hoe de nieuwe wetgeving dat wel zou doen. Naleving kan je met een wet niet afdwingen; het moet bij ondernemers vandaan komen”, aldus Calon.
Het voorstel van Hogan heeft een beperkte reikwijdte en moet in Brussel nog door de besluitvormingsprocessen heen. “Dat duurt meestal even”, weet Calon. LTO Nederland gaat daarom vooralsnog verder met de lopende samenwerking met industrie-koepel FNLI en de supermarktkoepel CBL voor de aanpak van oneerlijke handelspraktijken door middel van geschillenbeslechting. “Mogelijk sluit dit initiatief straks goed aan op de EU-regelgeving.”
'Sterkere positie'
De Europese zuivelondernemingen, verenigd in de European Dairy Association, reageren ook positief op Hogans voorstel. “Dit versterkt de positie van het midden- en kleinbedrijf ten opzichte van de machtige retail, waar de concentratie steeds meer toeneemt”, aldus de EDA.
Maar volgens EDA hebben niet alleen de kleine, maar álle Europese zuivelondernemingen te maken met oneerlijke handelspraktijken. De EDA zou daarom graag zien dat de handelsbescherming, die in Hogans voorstellen wordt voorbehouden aan het midden- en kleinbedrijf, wordt doorgetrokken naar alle zuivelverwerkers. “Bij een bovengrens van 50 miljoen euro omzet vallen regionale zuivelverwerkers die melk van meer dan tweehonderd boeren innemen, namelijk als snel buiten de boot”, aldus de organisatie.
Voorstellen in het kort
* Iedere lidstaat moet een bevoegde autoriteit instellen. Onduidelijk is nog of het huidige private initiatief van LTO/FNLI/CBL voldoende invulling zou geven aan dit ‘klachtenloket’.
* Betaaldiscipline: betalingen voor leveringen moeten plaatsvinden binnen 30 dagen na levering of, als dat later is, na ontvangst van de factuur.
* Een koper kan een order voor levering van verse producten op korte termijn niet meer annuleren als het onmogelijk is voor de leverancier om nog een alternatieve markt te vinden.
* Een koper kan niet eenzijdig en met terugwerkende kracht leveringsvoorwaarden (prijs, kwaliteit, volume, tijdstip, frequentie) wijzigen.
* Een koper kan een leverancier niet verplichten mee te betalen aan verliezen die bij de afnemer plaatsvinden en waar de leverancier dus geen invloed op heeft.